Wat de coronapandemie ons leert over het ’temmen’ van de klimaat

Ana Maria Martinez

Ana Maria Martinez werkt in haar lab aan stadsmijnbouw (afb: Sintef/Thor Nielsen)

De coronapandemie was een leerzame periode, maar leren we daar ook van? Ineens bleken er essentiële winkels/bedrijven te zijn en was het mogelijk mensen verboden op te leggen die we anders niet zouden pikken. Als we het hebben over de bestrijding van de klimaatontwrichting, gaat het vaak alleen maar over het terugdringen van de broeikasgasuitstoot en de overgang naar duurzame energie, maar waarom hebben we het niet het niet over essentiële behoeftes? Moeten we vliegen voor ons levensgeluk of autorijden en is wind- of zonne-energie wel zo duurzaam (dan hebben we het natuurlijk niet over de bespottelijke gedachte dat kernenergie en aardgas ‘groen’ zouden zijn)?
Waar halen we de materialen vandaan om een ‘duurzame’ samenleving te scheppen? Nils Anders Røkke van het Noorse instituut laat daar zijn gedachten over gaan, maar ook hij vergeet de ‘noodzaak’ van de behoefte te wegen. We hebben 42 keer zoveel lithium nodig als nu en zeven keer zoveel zeldzame aarden, stelt het Internationale Energieagentschap. Is dat zo?
De magneten voor de windmolens in Europa komen uit China en materialen voor accu’s vooral uit het al jaren door oorlog geteisterd Congo. Om ‘duurzaam’ te worden zouden we een hoop materialen en grondstoffen uit andere delen naar hier moeten slepen. Dat vindt Røkke onaanvaardbaar uit ecologisch, maatschappelijk en commercieel oogpunt, maar hij heeft het ook weer over groei, terwijl hij als verantwoordelijk voor duurzaamheid bij Sintef toch zou moeten weten dat de aarde ons grenzen stelt. Kennelijk ziet ook hij het huidige op groei en vooral winstmaximalisering gerichte kapitalisme als onontkoombaar of, erger, heeft daar niet over negedacht.

De EU heeft een lijst gemaakt van materialen die de unie wezenlijk acht. Daar staan kobalt en uiteraard lithium op naast de zeldzame aarden die we nodig zouden hebben voor de ‘duurzame’ energieopwekking.
Sintefonderzoekster Ana Maria Martinez ziet drie wegen om onze afhankelijkheid te verminderen: ecologisch verantwoorde mijnbouw, opwerking van materialen uit afvalstromen en de mineralen die op en in de oceaanbodem liggen.
“De Europese energie- en klimaatplannen zijn sterk afhankelijk van grondstoffen uit geopolitiek onstabiele landen”, zegt de onderzoekster. Dat is natuurlijk geen fijn idee. Martinez vindt dat ‘wij’ er alles aan moeten doen om onafhankelijk van die instabiele landen te worden. “De oorlog in Oekraïne heeft duidelijk gemaakt hoe afhankelijk we zijn van politieke instabiele landen, hoe makkelijk de aanvoer kan worden verstoord en hoe kwetsbaar Europa’s economische model is. We moeten nieuwe methoden vinden om die metalen te winnen die zowel milieuvriendelijk als duurzaam (er is weinig duurzaams aan mijnbouw; as) zijn.”

De onderzoeksters bij Sintef hebben hun hoop gesteld over de voorraden onder water, maar ze weten ook dat dat gevoelig ligt. Bij de winning op het land worden vaak hele ecosystemen vernietigd. Diezelfde of ergere verwoesting zou ook de onderwaternatuur te wachten staan. Voorlopig weten we daar weinig van af en moeten we om het klimaat te redden een nog groter deel van de natuur verwoesten, stelt Røkke provocerend. Waar zijn de ideeën om energie te besparen? Welke materialen zijn echt wezenlijk en zouden we niet vooral moeten inzetten op hergebruik en opwerking?

Stadsmijnbouw

Martinez denkt wel in die richting. We moeten het doen met alles wat we hebben, vindt ze. Ze heeft het dan over stadsmijnbouw. “Het halen van materialen uit afvalstromen, maar ook het repareren van bestaande producten, het kringlopen en hergebruiken van materialen. Daardoor daalt de energiebehoefte en de koolstofvoetafdruk.” Mijnbouw zou, als ik haar goed begrijp, zo’n beetje de laatste bron moeten zijn. Belangrijk bij het kringlopen en opwerken van materialen is het elektronische afval. Ook zou er moeten worden gezocht naar goedkopere en ruimer voorhanden vervangers voor grondstoffen die ‘we’ cruciaal achten.

Røkke: “We zijn qua kennis, methoden en technologieontwikkeling op de goede weg dit alles mogelijk te maken. We weten te weinig om mineralen van de zeebodem te winnen zonder het ecosysteem te vernielen. Daar moeten we nog meer onderzoek naar doen.”
U vergeet wat meneer Røkke: hoe cruciaal is cruciaal? Zonder elektrische auto’s gaan we niet dood, maar we hebben dan wel veel minder lithium nodig en andere materialen om die auto’s te maken. Maak de fiets (de eigentrapper) standaard en het ov aanvullend. Zo’n fiets (zelfs de elektrische) is ook nog eens goed voor je gezondheid en conditie en kijk eens wat de steden daarvan opfleuren. Dan kan er weer op straat gevoetbald worden en wat zijn die straten (zonder auto’s) ineens groot…

Bron: Alpha Galileo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *