Aardopwarming lijkt nog niet te versnellen

Versnelt de aardopwarming?

Sedert de jaren ’70 zou de aardopwarming niet zijn versneld (afb: Claudie Beaulieu et al./Nature Communications Earth & Environment)

De opwarming van de aarde vindt plaats, maar lijkt zich vooralsnog statistisch gezien niet te versnellen na de jaren ’70, stellen onderzoekersters rond Claudie Beaulieu van de universiteit van Californië in Santa Cruz.
Er wordt wel eens gesteld dat de aardopwarming er de laatste jaren de sokken in zet,  gezien het aantal recordbrekende hittegolven wereldwijd in de afgelopen jaren. Reden voor Beaulieu en collega’s om dat een uit te zoeken. De studie bevestigt de brede consensus dat de planeet warmer wordt, maar in een statistisch gezien stabiel tempo.
De afgelopen jaren volgen wereldwijd de recordtemperaturen en hittegolven zich in versneld tempo op, zo komt het over. De feiten lijken dat te bevestigen. 2023 was het warmste jaar sinds de wereldwijde metingen in 1850 begonnen – met een ruime marge – en dat de tien warmste jaren allemaal in het afgelopen decennium (2014-2023) hebben plaatsgevonden.
Die schijn zou echter bedriegen. De bevindingen van Beaulieu en de haren zouden aantonen dat er een gebrek is aan statistisch bewijs voor een toegenomen opwarmingssnelheid die kan worden gedefinieerd als een versnelling. Beaulieu: “We hebben onlangs deze recordtemperaturen gehad, maar dat is niet per se inconsistent met de gestaag toenemende opwarming van de aarde.”
“Natuurlijk is het nog steeds mogelijk dat er een versnelling van de opwarming van de aarde plaatsvindt, maar we ontdekten dat de omvang van de versnelling statistisch gezien te klein is, of dat er nog niet genoeg gegevens zijn om deze ook te detecteren.”

Analyse

De onderzoekersters analyseerden gegevens van gemiddelde wereldwijde oppervlaktetemperaturen van de vier belangrijkste instanties die de gemiddelde temperatuur van het aardoppervlak bijhouden, waaronder NASA en het Amerikaanse instantie voor oceanografie en meteorologie NOAA, die teruggaan tot 1850. Sinds dat jaar is de temperatuur van de aarde met 0,06°C per decennium gestegen, volgens NOAA.

De onderzoekersters analyseerden specifiek de gemiddelde wereldwijde oppervlaktetemperatuur (GMST), die uitgebreid wordt bestudeerd om klimaatverandering te meten, maar ook enkele problemen kent. De GMST heeft de neiging om in de loop van de tijd te stijgen als gevolg van menselijke activiteiten en die fluctueert rond die langetermijntrend vanwege natuurlijke fenomenen zoals grote vulkaanuitbarstingen en El Niño. Het onderscheiden van die natuurlijke variabiliteit en werkelijke, onderliggende veranderingen in het tempo van opwarming is dus een statistische uitdaging, stellen de onderzoekersters heel bescheiden.

Ze beschouwden de versnelling als statistisch detecteerbaar als die een niveau overschreed en volhield boven die tijdelijke schommelingen gedurende een langere periode maar die zagen ze niet. “Het probleem met de huidige discussie over de aanwezigheid van een ‘piek’ is dat er geen rigoureus statistische bewijs was,” zei Rebecca Killick, hoogleraar statistiek aan de universiteit van Lancaster. “We besloten dit rechtstreeks aan te pakken, door alle algemeen gebruikte statistische benaderingen te gebruiken en hun resultaten te vergelijken.”

De studie komt tot minimale percentages voor statistische detecteerbaarheid voor versnelling in de komende jaren tot 2040. Killick: “Naast onze resultaten geven we wetenschappers een ijkpunt, een minimumdrempel die moet worden overschreden voordat een verandering (in tempo van opwarming; as) detecteerbaar is. We hopen dat dit helpt om toekomstige discussies over mogelijke pieken of hiaten strenger te maken.”
Dat betekent niet dat de onderzoekersters de aardopwarming bagatelliseren. Beaulieu: “De aarde is warmer dan ooit sinds het begin van de waarnemingen vanwege menselijke activiteiten en, om duidelijk te zijn, onze analyse toont de aanhoudende opwarming aan. Als er sprake is van een versnelling van de opwarming van de aarde, kunnen we dat statistisch alleen nog niet detecteren.”

Bron: phys.org

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *