Uit metingen aan een ijsboorkernen blijkt dat het vorige decennium in het noorden van Groenland het warmste is geweest in de afgelopen duizend jaar. De temperatuur is daar gemiddeld 1,5°C hoger dan in de vorige eeuw. Volgens de onderzoeksters van, onder meer, het Alfred Wegenerinstituut zouden de ijskernen niet eerder zo lang en zo goed van kwaliteit zijn geweest
Het ijs op Groenland speelt een belangrijke rol in het wereldklimaat. Op dat eiland ligt zo’n driemiljoen km2 ijs. Dat is een behoorlijke plas water. Als gevolg van de aardopwarming smelt dat ijs daar steeds sneller weg, maar toch zou de invloed van die opwarming op de ijslaag niet duidelijk zijn. Nu zouden de onderzoeksters het bewijs hebben geleverd dat die opwarming de afgelegen, hooggelegen delen van het middennoord van Groenland hebben bereikt.
Natuurlijk zijn er schommelingen in die ruim duizend jaar, maar volgens hoofdauteur Maria Hörhold waren ze verrast over het verschil tussen het vorige decennium en de periode daarvoor. Eerdere metingen aan ijsboorkernen, die in de jaren 90 zijn gestart hadden niet duidelijk laten zien dat de aardopwarming daar de oorzaak van was juist vanwege die temperatuurschommelingen.
De smeltgegevens werden bepaald aan de hand van het voorkomen van stabiele zuurstofisotoop 18O (zuurstofatoom met een andere kernmassa dan het meeste voorkomende 16O). Die concentraties veranderen door verval met de tijd.
Op basis van die uitkomsten berekenden de onderzoeksters ook de hoeveelheden smeltwater. Die zijn in deze eeuw duidelijk toegenomen. Hörhold: “Het is verrassend hoe goed de temperaturen in het binnenland gekoppeld zijn aan het ijsverlies op Groenland, die toch vooral aan de kust plaatsvindt.”
Ontkoppeld
De onderzoeksters ontdekten nog iets verrassends. Het klimaat van de ijslaag op Groenland staat vrijwel geheel los van die in de rest van het Noordpoolgebied. Dat was te zien in de vergelijking met de zogeheten Arctic 2k-reconstructie.
Het lijkt er op dat het ijs en het klimaat op Groenland een eigen dynamiek hebben, stelt medeauteur Thomas Laepple. Dat zou komen door de dikte van de ijslaag, denken de onderzoeksters. Daardoor zou dat meer last hebben van de atmosferische windpatronen dan de rest van het (voornamelijk zee-)ijs in het Noordpoolgebied. Dat vraagt om meer onderzoek.
Bron: Science Daily