Recent onderzoek zou aannemelijk hebben gemaakt dat de klimaatverandering kan leiden tot meer aardbevingen. Oftewel: het lijkt er steeds meer op dat de aardopwarming het seismische ‘ritme’ kan veranderen.
Aardwetenschappersters van de universiteit van Colorado onderzochten het Sangre de Cristo-gebergte (het bloed van Christus) in het zuiden van die Amerikaanse staat, die een actieve breuk heeft aan de westkant. Hun resultaten geven aan dat de breuk op zijn plaats werd gehouden onder het gewicht van gletsjers tijdens de laatste ijstijd en toen het ijs verdween nam de slip langs die breuk toe. Dit suggereert dat aardbevingsactiviteit langs een breuk kan toenemen als gletsjers zich terugtrekken.
“Klimaatverandering vindt plaats in een tempo dat ordes van grootte sneller is dan we zien in geologische ontwikkelingen,” zegt hoofdauteur Cece (Cecilia) Hurtado, die de studie uitvoerde voor haar masterscriptie.
“We zien dit in de snelle terugtrekking van gletsjers in Alaska, de Himalaya en de Alpen. In veel van deze regio’s is er ook actieve tektoniek en dit werk toont aan dat naarmate klimaatverandering de ijs- en waterbelasting verandert, tektonisch actieve gebieden vaker te maken kunnen krijgen met breukbewegingen en aardbevingen als gevolg van snel veranderende spanningsomstandigheden.”
Het is bekend dat het klimaat zich aanpast aan seismische veranderingen in het aardoppervlak. De tektonische opheffing van bergketens verandert bijvoorbeeld de atmosferische circulatie en regenval. Er zijn echter maar weinig studies die de invloed van het klimaat op tektoniek hebben onderzocht en deze studie is een van de weinige die seismische activiteit aan het klimaat koppelt.
Modelleren
“We zijn al een tijdje in staat om deze processen te modelleren, maar het is moeilijk om voorbeelden in de natuur te vinden,” aldus medeonderzoeker Sean Gallen. “Dit is een overtuigend bewijs. Dat suggereert dat de atmosfeer en de vaste aarde nauwe verbindingen hebben die we in het veld kunnen meten.”
Het Sangre de Cristo-gebergte was bedekt met gletsjers tijdens de laatste ijstijd. Met behulp van afstandsmetingen en veldgegevens reconstrueerden de onderzoekersters waar het ijs zich bevond en berekenden de belasting die op de breuklijn zou moeten hebben gedrukt. Ze maten vervolgens de verplaatsing van de breuklijn of hoeveel die was verschoven.
Ze ontdekten dat de slipsnelheden van breuken vijf keer sneller zijn sinds de laatste ijstijd dan in de tijd dat het gebied nog bedekt was met gletsjers. Dit onderzoek kan een idee geven hoe andere breuken naast gletsjers zullen reageren op een opwarmend klimaat.
Bron: phys.org