Omdat Noorwegen doorgaat met de olie- en gaswinning in het Noordpoolgebied, hadden activisten een rechtszaak aangespannen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dat heeft de klimaatactivisten in het ongelijk gesteld. Het hof in Straatsburg oordeelde eensgezind dat er geen sprake was van een schending van de mensenrechten. Het EHRM heeft echter ook bepaald dat landen bij het verlenen van winvergunningen alle uitstoot moeten meerekenen en aangeven hoe die toestemming in hun klimaatplannen past. Die uitspraak wordt door milieuorganisaties als grote winst gezien
Zes jonge activisten hadden samen met de organisaties Greenpeace en Friends of the Earth Noorwegen de rechtszaak aangespannen. Ze betoogden dat de toekenning van tien vergunningen voor olie- en gaswinning in de Barentszzee in 2016 een schending van hun recht op leven inhield en hun toekomst in gevaar bracht. Eerdere rechtszaken in eigen land, tot aan het Noorse Hooggerechtshof, waren op niets uitgelopen voor de klagers.
Het Hof oordeelde weliswaar dat er geen mensenrechten waren geschonden, maar stelde in zijn uitspraak dat landen wel verplicht zijn om naar de klimaatgevolgen van nieuwe winning, ook als die, zoals in Noorwegen, vooral in het buitenland plaatsvinden.
Noorwegen is zelf aardig op weg naar een ‘groene’ toekomst maar is wel een belangrijke olie- en gasleverancier, die vooral wordt uitgevoerd. Frode Pleym, voorzitter van Greenpeace Noorwegen, noemde de beslissing grote stap voorwaarts.

Tientallen jaren

Noorwegen is de grootste olie- en gasproducent in West-Europa en van plan nog tientallen jaren fossiele brandstoffen te gaan gebruiken, terwijl veel klimaatdeskundigen stellen dat we geen nieuwe bronnen meer moeten aanboren om nog een kans te hebben de aardopwarming onder de 2°C te houden, de uiterste doelstelling van het Klimaatakkoord uit 2015. Eerder gaf het EHRM Zwitserse vrouwen nog gelijk die stelden dat hun overheid te weinig doet om hen tegen de dreigende klimaatontwrichting te beschermen.

Bronnen: der Spiegel, NRC