De uitstoot in het VK van methaan door de oliesector geschat door NAEI en door Princetonderzoekers (afb: Riddick/’Mauzerall)
Hoe goed zijn de uitstootcijfers van broeikasgassen? Niet zo erg best, vonden twee
NAEI Princetononderzoekers op basis van een steekproef in het Verenigd Koninkrijk. De cijfers die het overheidsinstituut meldt aan onder meer de VN over de methaanuitstoot van de oliesector in het VK
zouden in werkelijkheid vijf keer hoger zijn.
De NAEI schatte in 2019 de methaanuitstoot van de winning en het vervoer van olie en gas van buitengaatse activiteiten op 52 Gg CH
4 oftewel 0,14% van de productie.
Stuart Riddick en
Denise Mauzerall bekeken de werkwijze van het overheidsinstituut en kwamen tot de conclusie dat die die schatting er stevig naast zit. Zij kwamen tot een verlies van methaan door, onder meer, affakkeling en lekkages op 289 Gg, oftewel 0,72% van de productie.
Ze wijten dat grote verschil aan de door de NAEI gebruikte methode. Die zou goed zijn om de uitstoot tijdens de winning en het vervoer te schatten, maar onderschat de werkelijke uitstoot doordat de emissiefactoren van de methaanbronnen op zijn zacht gezegd geen keiharde feiten zijn. Vaak zijn die afkomstig van de oliesector zelf of van ongepubliceerd of onbeoordeeld onderzoek, stellen Riddick en Mauzerall.
Veel landen
Om de schattingen te verbeteren zouden veel meer directe metingen moeten worden gedaan. Veel landen zouden dezelfde ondeugdelijke methodes gebruiken om de methaanuitstoot te schatten. Methaan is een veel krachtiger broeikasgas dan het vaak genoemde kooldioxide, resultaat van verbrandingsprocessen. De verblijftijd van methaan in de atmosfeer is echter veel korter dan van CO2.
Bron: Futura-Sciences