Overheden zijn nog steeds van plan om in 2030 meer dan het dubbele van de hoeveelheid fossiele brandstoffen te produceren dan die overeenkomen met een beperking van de opwarming tot 1,5°C, stelt de milieuorganisatie van de VN, UNEP, in een nieuw rapport. Het voortbestaan van de mondiale kloof tussen wat nodig is om de klimaatverandering tot staan te brengen en wat er werkelijk gedaan wordt en gaat worden dreigt een rechtvaardige energietransitie ernstig in gevaar te brengen, stelt de UNEP.
Zowel de mondiale CO2-uitstoot als de productie en het verbruik van fossiele brandstoffen moeten snel een piek bereiken en daarna snel dalen om de temperatuurdoelstelling om de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs binnen bereik te houden.
Alles bij elkaar genomen zouden de overheidsplannen leiden tot een stijging van de mondiale steenkoolproductie tot 2030 en van de olie- en gasproductie tot minstens 2050. Dit is in strijd met de toezeggingen gedaan in 2015 in Parijs en botst met de verwachtingen dat de mondiale vraag naar fossiele brandstoffen dit decennium nog zou moeten pieken, zelfs zonder nieuw beleid, stelt het rapport.
De mondiale niveaus van steenkool, olie en gas zouden volgens de overheidsplannen en -prognoses 460%, 29% en 82% hoger zijn dan overeenkomt met het halen van 1,5°C-doelstelling. De plannen met fossiele brandstoffen van landen schieten ver uit boven de gewenste ontwikkelingen.
Een rechtvaardig afscheid van fossiele brandstoffen houdt in dat er rekening wordt gehouden wordt met de mogelijkheden van de verschillende landen. Veroorzakers van de klimaatverandering, voornamelijk de rijkere landen, moeten hun verantwoordelijkheid nemen en armere landen financieel helpen de energieovergang mogelijk te maken, vinden de opstellers .
De kolen-, olie- en gasproductie die alleen al door tien rijke landen worden gepland/geprojecteerd, zou in 2040 al hoger zijn dan voor het behalen van de 1,5°C-doelstelling nodig is. Op dezelfde manier zouden de plannen voor de olie- en gasproductie van twaalf landen met een relatief lagere economische afhankelijkheid van hun productie tegen 2040 de 1,5°C-consistente grenzen overschrijden.
De belangrijkste productielanden hebben beloofd een netto-nuluitstoot te bereiken en initiatieven gelanceerd om de uitstoot van de productie van fossiele brandstoffen te verminderen, maar geen enkele heeft zich verbonden aan een productievermindering van steenkool, olie en gas die in overeenstemming is met de 1,5°C-doelstelling.
Twintig grootverbruikers
Naast de overheidsplannen en projecties voor de productie van fossiele brandstoffen die de basis vormen voor de analyse van de mondiale fossiele kloof, geeft het rapport ook een overzicht van de klimaatambities en het beleid en de strategieën voor de productie van fossiele brandstoffen van twintig grote producerende landen. In totaal zijn deze landen verantwoordelijk voor 82% van de productie en 73% van de consumptie van het mondiale aanbod van fossiele brandstoffen.
De afgelopen jaren hebben veel regeringen initiatieven gelanceerd om de uitstoot door de productie van fossiele brandstoffen te verminderen. Veertien van de twintig landen hebben het methaanakkoord ondertekend om de methaanuitstoot uit alle bronnen tegen 2030 met 30% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2020. Zes grote olie- en gasproducerende landen, alle een van twintig, hebben ook het nettonulproducentenforum gelanceerd, gericht op het verminderen van de uitstoot van de sector. Dergelijke inspanningen zijn weliswaar belangrijk, maar zetten weinig zoden aan de dijk.
Uiteraard hebben de UNEP-onderzoekers ook de ontwikkelingen bepaald die overeenkomen met het beperken van de opwarming tot 1,5°C. Zo zal de methaanuitstoot tussen 2020 en 2030 niet met 30% maar met meer dan 60% moeten afnemen. Daarnaast moet de productie en het verbruik van fossiele brandstoffen ook snel omlaag om die doelstelling te bereiken.
Veel landen gebruiken gas als een ‘transitiebrandstof’, maar hebben geen duidelijke plannen om hiervan af te stappen. Acht landen die in het rapport worden geprofileerd, voorspellen een relatief vlakke of toenemende gasproductie van 2021 tot 2035-2050. Verlengd gebruik van gas zou de overgang naar hernieuwbare energiesystemen echter kunnen belemmeren of vertragen vanwege de investeringen die gedaan zijn in, onder meer, vloeibaargasinstallties, stellen de opstellers heel voorzichtig. Samenvattend: de mensheid streeft willens en wetens af op een veel hogere aardopwarming dan 1,5°C (maar dat wisten we natuurlijk al).
Bron: der Spiegel