
De landbouw zal echt drastisch moeten veranderen om zijn klimaatvoetafdruk (sterk) te verminderen
Landbouw draagt aanzienlijk bij aan de klimaatcrisis. Grote landbouwbedrijven zien een oplossing in het verhogen van de koolstofvastlegging in de bodem met behulp van diverse landbouwmetho-den. De (theorie van de) ‘kool-stoflandbouw’ kampt in de praktijk echter met problemen. Zo zijn de verwachtingen ten aanzien van de maatregelen grotendeels gebaseerd op schattingen. Grote bedrijven zouden het systeem ook kunnen gebruiken om hun CO2-voetafdruk te compenseren met certificaten zonder hun werkwijze aan te passen. Dit zou de bijdrage van koolstoflandbouw aan klimaatbescherming kunnen overschatten, stellen onderzoekers. De landbouw zal echt drastisch moeten veranderen om zijn klimaatvoetafdruk te verkleinen.
Koolstoflandbouw omvat maatregelen zoals voedingsbossen, groenbemesters, conserverende grondbewerking en geoptimaliseerd meststoffengebruik. Landbouwbedrijven hopen dat dit zal bijdragen aan klimaatbescherming en tegelijkertijd de inkomsten voor boeren zal verhogen, omdat ze daarmee CO2-certificaten kunnen verwerven via (de gedachte) koolstofvastlegging. In de praktijk bestaan er echter aanzienlijke risico’s en onzekerheden, aldus onderzoekers Sarah Hackfort (Humboldt-universiteit Berlijn) en Tobias Haas (Onderzoeksinstituut voor Duurzaamheid).
Een van de grote vragen betreft het effect op de lange termijn van koolstofopslag. “In de bodem opgeslagen koolstof kan door veranderingen in landbeheer, klimaatschommelingen of bodemverstoring weer in de atmosfeer terechtkomen, wat kan leiden tot een tenietdoening van de winst in vastlegging”, zegt Haas. De mogelijkheid om meer koolstof in de bodem op te slaan, bestaat zeker, maar of de vastlegging over langere perioden kan aanhouden, is onzeker.
De fluctuerende omstandigheden van koolstofopslag in de bodem compliceren ook het gebruik van wetenschappelijk verantwoorde, betrouwbare meetmethoden, aldus de onderzoekers. Gevestigde landbouwbedrijven verdoezelen dit vaak door de term ‘metingen’ te gebruiken waar ‘schattingen’ meer op zijn plaats zouden zijn en door bijkomende voordelen te beloven, zoals hogere gewasopbrengsten, die mogelijk niet worden gerealiseerd.
Onzekerheid
De onzekerheid over hoeveel koolstof de landbouw daadwerkelijk kan opslaan, zet het nut van koolstofmarkten voor koolstoflandbouw fundamenteel ter discussie, stellen de onderzoekers. Bovendien zouden problemen met bestaande koolstofmarkten zich kunnen herhalen. Volgens studies zijn veel van de daar ‘berekende’ emissiereducties (en daarvan afgeleide koolstofcertificaten), bijvoorbeeld door herbebossing, twijfelachtig. Als dit ook met koolstoflandbouw gebeurt, zal dit de geloofwaardigheid en legitimiteit van de landbouwsector schaden, schrijven de onderzoekers (maar bedoeld is natuurlijk dat het klimaat daar niet van ‘opknapt’).
Haas: “Over het algemeen laat het debat over koolstoflandbouw zien dat grote landbouwbedrijven, net als in de oliesector, zich willen positioneren als onderdeel van de oplossing voor het klimaatprobleem. De ideeën die ze verspreiden, wekken echter valse hoop en leiden de aandacht af van de noodzaak om de uitstoot te verminderen en het landbouwsysteem fundamenteel te hervormen.” De onderzoekers kwalificeren de koolstoflandbouw als een uiterst onzekere ‘klimaatverbeteraar’.
Bron: idw-online.de