In de aanloop naar de COP29 in Bakoe (Azerbeidzjan), die vandaag begint en loopt tot de 22ste, hebben de Verenigde Naties maar weer eens de noodklok geluid. Dit jaar zal de gemiddelde temperatuur 1,55°C boven de gemiddelde temperatuur tussen 1850 en 1900 liggen en op verschillende plaatsen in de wereld worden bewoners steeds vaker geconfronteerd met de gevaarlijke uitwassen van een veranderend klimaat.
Twee onderzoeksters waarschuwen dat er niet moet worden beknibbeld op aanpassingsfinanciering omdat de resultaten van aanpassingmaatregelen niet meetbaar zouden zijn. Het is de verwachting dat de COP29 vooral een gevecht wordt tussen Noord en Zuid wie voor wat zal dokken.
Volgens Lisa Schipper van de universiteit van Bonn en Aditi Mukherji van CGIAR stellen dat valselijk wordt voorgesteld dat de gevolgen van klimaataanpassingsmaatregelen niet meetbaar zouden zijn. Beide wetenschapsters werkten mee aan het zesde rapport van de het VN-klimaatforum.
De discussies over aanpassing gaan voor een belangrijk deel over geld, maar ook over hoe effectief die maatregelen zijn. Schipper: “Als politieke beslissers zeggen dat het onmogelijk is te bepalen of aanpassingsmaatregelen succesvol zijn dan heeft dat gevolgen voor de financiering daarvan.”
Dan komen, grofweg, het Noorden, waar de klimaatvervuilers zitten, en het Zuiden, waar de mensen wonen die weinig aan de klimaatverandering hebben bijgedragen, tegenover elkaar te staan. Het Noorden moet dokken, vindt het Zuiden, maar het Noorden eist bewijzen van effectiviteit.
Volgens de twee wetenschapsters zijn slechte maatregelen meestal een gevolg van slechte planning en uitvoering. Volgens hen zijn er op dit terrein de laatste tien jaar aanzienlijke vorderingen gemaakt. “Er zijn genoeg voorbeelden beschikbaar voor evaluatie en verbetering”, zegt Schipper.
Irrigatieprojecten worden vaak gekozen als voorbeelden die slecht uitpakken, maar volgen Mukherji heeft dat alles te maken met de keuze van de gewassen. “Je krijgt problemen als waterintensieve gewassen gaat irrigeren in gebieden met weinig water.” Irrigatie zou mensen in mindere landbouwkundige omstandigheden nog van voldoende voedsel kunnen voorzien, stellen de twee.
Kwetsbaarheid
De discussies gaan volgens hen zelden over wat mensen kwetsbaar maakt voor de klimaatverandering. Sociale uitsluiting op wat voor een gronden dan ook worden meestal genegeerd, maar hebben wel degelijke gevolgen voor de mensen die daarvan het slachtoffer zijn doordat die, bijvoorbeeld, moeten wonen in gebieden die vaak overstromen of waar juist weinig neerslag valt.
Slechte aanpassing moet worden gezien als waarschuwing en een routekaart naar verbeteringen, stellen de twee wetenschapsters. Een klimaatherstelprogramma zou financiering bieden aan mensen die het zwaarst worden getroffen door klimaatverandering zonder strikte voorwaarden aan de financiering te stellen, vinden ze, aangezien die meestal nauwelijks iets hebben bijgedragen aan die klimaatverandering
“De UNEP (milieuorganisatie van de VN; as) schat dat er jaarlijks honderden miljarden Amerikaanse dollars moeten worden opgehaald voor dergelijke aanpassingsmaatregelen,” zegt Mukherji. “Daar zijn we nog ver van verwijderd.”
Bron: phys.org