“Voor duurzame mobiliteit hebben we overtuigende en effectieve oplossingen nodig voor het pendelen tussen stad en platteland”, zegt Oliver Kraft. Hij denkt dat het mede door KIT ontwikkelde C2C Bridge-concept (City to Country) daar een goede bijdrage aan kan ontwikkelen.
“C2C Bridge bundelt jarenlange samenwerking en kennisontwikkeling om technische oplossingen te ontwikkelen”, zegt de vice-president Kraft van het KIT wervend. “Daarin zijn de behoeften en reacties van gebruikers van het begin af aan onderdeel van het werk.” Hij wordt daarin gesteund de Karlruher burgemeester Frank Mentrup. “De ontwikkeling van het Karlruher model voor onze streek heeft de basis geschapen voor duurzame mobiliteit in onze stad en omgeving. Nu moeten we nieuwe ontwikkelingen integreren en daarvoor is C2C Bridge een veelbelovende aanpak.”
Verspilling
In het woon/werkverkeer rijden auto’s vrijwel leeg rond: gemiddeld 1,1 persoon per auto. Dat betekent een aanzienlijke verspilling van ruimte en energie (om van grondstoffen maar niet te spreken; as). Bovendien zijn de meeste auto’s en is een groot deel van de stroomproductie nog steeds ‘fossiel’, waardoor er grote hoeveelheden broeikasgassen zoals kooldioxide en lachgas in de atmosfeer terechtkomen. Het verkeer is belangrijke klimaatvervuiler.
Met het hier al zo geroemde C2C Bridge-systeem kijken onderzoekers of ze gaten kunnen dichten. “Het gaat ons er vooral om welke aspecten belangrijk zijn om het mobiliteitsgedrag van mensen te veranderen en ook welke individualiseringsgraad daarbij bepalend is”, zegt Frank Gauterin, bij het KIT verantwoordelijk voor het C2C Bridge-consortium. Uiteindelijk doel is een mobiliteitsdienst te ontwerpen dat naar de zin is van de gebruikers.
Zo zouden oproeptaxi’s, liefst volbezet, mensen moeten vervoeren met alles wat ze zoals meenemen of gaan halen. Aan de rand van de stad zouden die samen met ‘witte fietsen’ op overstappunten de functie van het conventionele ov moeten/kunnen overnemen. In de toekomst zullen/kunnen auto’s als treinwagons worden gekoppeld om ruimte te besparen en veiligheid te verhogen, stelt Gauterin.
Betrokkenen
Om dat soort plannen te ontwikkelen zullen alle betrokkenen (dus in feite iedereen) hun inbreng moeten kunnen hebben. Dan gaat het niet alleen over de gebruikte middelen, maar ook over de noodzakelijke infrastructuur. “Het verkeersaanbod wordt in voortdurende weerspraak met de gebruikers ontwikkeld om een optimale verbinding te creëren tussen stad en platteland”, zegt Peter Vortisch, bij het KTI verantwoordelijk voor de verkeersafdeling.
Bron: Alpha Galileo