Gletsjer in Peru (Huaraz) (afb: WikiMedia Commons)
Een Duitse rechtbank heeft de eis van de Peruaanse boer Saul Luciano Lliuya verworpen. De boer eiste van het Duitse energiebedrijf RWE financiële tegemoetkoming voor overstromingen die zouden ontstaan door smelting van een gletsjer mede als gevolg van de broeikasgasuitstoot van RWE. De rechtbank bepaalde echter wel dat energiebedrijven verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen van hun handelingen en beslissingen. Dat proces was al in 2015 aangespannen. De aanklager en zijn advocaten zien de uitspraak als winst.De rechtbank verwierp de eis aangezien ze de kans op overstromingen als gevolg van de aardopwarming op basis van de aangevoerde bewijzen op minder dan 1% zou bedragen. Verder beroep is niet mogelijk.
Toch is proces niet helemaal voor niets geweest. “Als er een risico op schade is, kan van de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de CO2-uitstoot worden verlangd dat die maatregelen neemt om deze te voorkomen”, stelde de rechtbank in een verklaring van de uitspraak.
Als de veroorzaker weigert te handelen is het mogelijk om kosten vast te stellen vóór de bepaling van het risico, die de energieproducent moet compenseren naar rato van zijn aandeel in de uitstoot, voegde de rechtbank eraan toe. Het argument ‘afstand’ tussen veroorzaker en slachtoffer van de (gevolgen van de) uitstoot, doet volgens de rechters niet ter zake.
Gletsjer
Lliuya had RWE aangeklaagd omdat een gletsjer zijn woonplaats en werk (hij was naast boer ook berggids) in de Andes bedreigde. Hoewel RWE geen elektriciteitscentrale in Peru heeft, is het volgens de aanklacht verantwoordelijk voor ongeveer 0,5% van de wereldwijde CO₂-uitstoot. Daarom eiste Lliuya dat het bedrijf zou bijdragen aan de kosten van beschermingsmaatregelen, namelijk € 17 000. Dit aandeel werd tijdens het proces teruggebracht tot 0,38%, waarmee het totaal op ongeveer € 13 000 kwam.
Bronnen: der Spiegel, le Monde