Programmatuur kan duurzaamheid apparaten bekorten

Programmatuurveroudering

De programmatuur van producten zou niet de beperkende factor moeten zijn voor hun gebruiksduur (afb: Fraunhoferinstituut)

Steeds vaker hebben apparaten en gebruiksvoorwerpen een elektronische component en daarmee meestal ook programmatuur om die elektronica te laten functioneren. De mens maakt zich steeds afhankelijker van zogenaamd ‘slimme’ oplossingen, maar daarmee ook van de programmatuur die die dingen ‘slim’ maken. Die bepaalt dan mede de duurzaamheid, in de betekenis van gebruiksduur, van machines en apparaten. Onderzoekers in Duitsland waarschuwen ervoor daar bij het ontwerp al degelijk rekening mee te houden. De overheid zou ervoor moeten zorgen dat de programmatuur niet de beperkende factor wordt/is in de levensduur van producten, vinden ze.

Bij gebruiksduur van apparaten en systemen wordt vaak naar het apparaatgedeelte gekeken. Dat kan slijten en kapot gaan. Het idee is dat apparaten beter repareerbaar dienen te zijn, maar hoe zit dat met de programmatuur die zorgt dat zo’n apparaat of systeem doet wat die of dat wordt geacht te doen? Die ontwikkeling kun je goed afmeten aan wat er gebeurt met computers en mobiele telefoons. Die worden na een paar jaar weer vervangen. Niet doordat ze het niet meer deden, maar doordat de programmatuur niet meer bijgewerkt werd. Dat levert een steeds grotere hoeveelheid elektroafval op.
De onderzoekers van de TU Berlijn, het Öko-Institut en het Fraunhoferinstituut voor betrouwbaarheid en micro-integratie (IZM) hebben in opdracht van de Duitse overheid hebben problematiek onderzocht om voor de politiek en gebruikers handzame aanbevelingen te kunnen doen. Ze ondervroegen gebruikers en bekeken afzonderlijke gevallen van wat de onderzoekers softwareveroudering (Obsoleszenz in het Duits; WikiPedia heeft het over geplande veroudering) noemen.

Voor de goed werking van van programmatuur zijn veiligheid, functionaliteit en compatibiliteit wezenlijk, vinden de onderzoekers. Als een van die drie wordt aangetast dan zou de programmatuur niet langer meer bruikbaar zijn. Het grote probleem is dat elektronische systemen voortdurend veranderen en daarmee de eisen aan de apparatuur en systemen met inbegrip van de daarbij gebruikte programmatuur.

Slijtage

Dat er tot nog toe weinig aandacht is besteed aan die vorm van slijtage zou volgens de onderzoekers komen doordat de meeste elektronische apparaten nog niet het ‘slachtoffer’ zijn geworden van grote softwareafhankelijkheid (wat dat ook moge betekenen), maar dat zou volgens hen snel kunnen veranderen. Persoonlijk denk ik dat de afhankelijkheid al lang een grote rol speelt bij het vervangen van elektronische apparatuur en systemen (maar wie ben ik=as?).
“Men denkt dat software niet kan slijten”, zegt Erik Poppe van de TU Berlijn. “Die roest niet, maar als een mobiele telefoon na twee jaar niet meer bijgewerkt wordt is dat technisch gezien een katastrofe. Als we het idee van eco-ontwerp toepassen op de programmatuur dan zouden we de productlevensduur kunnen verlengen.”

Marina Köhn van de Duitse milieudienst en verantwoordelijke voor groene IT gaat nog een stap verder. “Het onderzoek wijst er op met welke problemen we door de verbondenheid van de producten (in netwerken; as) in de toekomst te maken krijgen. De programmatuur mag er niet aan bijdragen dat producten onbruikbaar worden en de elektronica-afvalberg nog groter wordt. Ondernemers zouden verplicht moeten worden hun producten zo te ontwerpen dat ze lang gebruikt kunnen worden. Ondernemingsmodellen die dat tegengaan zullen verboden moeten worden. Daarnaast moeten gebruikers informatie krijgen over de afhankelijkheid van andere apparaten en diensten en bij veranderingen daarin moet de producent de toestemming van de gebruikers hebben.”

Volgens de onderzoekers zou de overheid minimumvoorwaarden moeten stellen aan producten, zoals een minimale gebruiksperiode. Zo zou de programmatuur ten minste tien jaar moeten worden bijgewerkt. Fabrikanten zouden ook verplicht moeten worden de afhankelijkheden van hun producten te benoemen evenals de duur van de softwareondersteuning. Voorts vinden de onderzoekers het ook nodig dat collega’s in de programmatuurontwikkeling zich niet langer schuldig maken aan geprogrammeerde veroudering. “We zullen ook het bewustzijn van gebruikers moeten vergroten om vooraf na te denken wat er met hun aankoop gebeurt”, zegt Jan Druschke van Fraunhofer IZM.

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *