Een groot deel van het Noordelijk Halfrond staat deze zomer niet alleen letterlijk in brand. In grote delen daarvan worden voortdurend hitterecords geboren. Die vallen samen met de komst van het natuurlijke El Niñoverschijnsel. Het lijkt dan simpel om een (de aardopwarming) bij een (=El Niño) op te tellen.Niet dus, tenminste niet op de temperaturen in Europa.
Het natuurverschijnsel heeft nog maar pas zijn kop opgestoken en zou daardoor geen invloed op de aardtemperatuur kunnen hebben gehad. De warme variant van La Niña zou de temperatuur van de Stille Oceaan rond de evenaar half juli met 1°C hebben verhoogd. Die opwarming zou volgens het Australische weerkundige instituut BOM in augustus +1,9°C bedragen en in september 2,3°C en in december +2,9°C.
Het gaat volgens BOM om een nogal heftige versie van El Niño, maar niet alle collegaorganisaties zijn het daarmee eens. Wat daar ook van waar zij: dat proces kost tijd. Het duurt weken of meer om het oceaanwater op te warmen en dat geldt ook voor de atmosfeer, waar ons weer zich afspeelt. Pas eind dit jaar zullen we op het Noordelijk Halfrond wat van dat ‘jongetje’ (El Niño, dus) merken, maar vooral in de loop van 2024.
De El Niño van 2015 had zijn piek in hetzelfde jaar in december. Vervolgens werd 2016 behoorlijk warm (of eigenlijk onbehoorlijk). Iets dergelijks gold voor het verschijnsel in 1997 dat in 1998 zorgde voor een heet jaar. 2023 noteert al sedert april temperatuurrecords zowel van land als van water en toen was er nog sprake van de ‘naweeën” van La Niña.
Europa niet
Dat El Niño gevolgen heeft voor de temperatuur moge duidelijk zijn en de huidige periode heeft wellicht al wel invloed gehad op de temperaturen in de VS, Azië en Australië of misschien op die in Zuid-Amerika, maar nog niet op die in Europa. Er staat ons nog wel wat te wachten.
Bron: Futura-Sciences