Door de aardopwarming zal tussen nu en het eind van de eeuw tot ruim een kwart van het plankton uit de noordelijke Atlantische Oceaan (kunnen) verdwijnen en als gevolg daarvan tot 55% van de vissen, waarschuwen onderzoekers rond Angus Atikinson van het zeelaboratorium in Plymouth (VK). Een soortgelijk proces zou zich ook in de andere oceanen (kunnen) afspelen, stellen ze. Overbevissing is niet als enige schuldig aan het verdwijnen van zeeleven. Plankton is een verzamelnaam voor mikro-organismen in oceanen en zeeën. Door de opwarmende oceanen daalt, onder meer, het zuurstofgehalte in de oceanen en wordt daarmee de leefbaarheid van veel zeeleven bedreigd.
Oceanen zijn, in de moderne tijd, nooit eerder zo warm geweest. Het noorden van de Atlantische Oceaan heeft al een aantal keer een (oppervlakte)temperatuur van 25°C bereikt, een voorheen door klimatologen voor een ondenkbaar gehouden record.
Die opwarming zal het planktonleven in het noordelijke deel van die oceaan met 16% tot 26% doen dalen aan het eind van deze eeuw, becijferden Atkinson c.s. met behulp van een rekenmodel. Die mikro-organismen staan aan de basis van de voedselketen en die achteruitgang heeft dus ook effect op de visstand. Die zal tegen het eind van deze eeuw met 38% tot 55% zijn afgenomen, schatten ze.
60% tot 80%
Deze cijfers zijn schattingen van het gemiddelde. Plaatselijk kunnen de effecten nog ernstiger zijn (en dus ook minder ernstig). Zo verwachten de onderzoekers dat de visstand voor de kust van Portugal met 60% tot 80% zal dalen ten opzichte van de biomassa (aan vis) die er tussen 1990 en 1999 was. Een soortgelijke achteruitgang dreigt er plaats te vinden in de Stille Oceaan ten noorden van Indonesië.
De hoeveelheid plankton schijnt een goede maat te zijn voor de gezondheid van de oceanen en zeeën. Het plantaardige deel, het fytoplankton, levert in basis de energie voor het zeeleven.
Bron: Futura-Sciences