Op de top van de hoogste berg in de Alpen, de Mont Blanc, is op 18 juni jl. een temperatuur van 10,4°C gemeten, de hoogste ooit gemeten. De recordtemperatuur werd gemeten tijdens de jongste recordbrekende hittegolf in Frankrijk.
Zaterdag 18 juni om twee uur ’s middags werd die temperatuur gemeten op nagenoeg 4800 m boven de zeespiegel door het Italiaanse meetstation. Het oude record werd gemeten tijdens een hittegolf in juni 2019 en bedroeg 3,6°C. Volgens klimatoloog Martin Ménégoz zijn temperaturen boven de 0°C op de top van de Mont Blanc zeldzaam. “Sedert een hittegolf in augustus 2003 is dat een paar keer gebeurt, niet op de top maar lager. Dat was al uitzonderlijk. 10°C is echt enorm.”
De temperaturen in de Alpen stijgen sneller dan op wereldschaal: + 1,5°C tot 2°C sedert 1900. Die stijging zal eind van deze eeuw wel eens kunnen oplopen tot 5°C. Vooral de noordelijke Alpen hebben daar last van. Landoppervlakken warmen sneller op dan zeeoppervlakken. De Alpen liggen ver van ‘afkoelende’ zeeoppervlakken.
Het wegsmelten van de sneeuw slingert de opwarming nog eens aan, aangezien de witte sneeuwlaag zonnewarmte terugkaatst (albedo). “De sensoren die op de diepe lagen van de gletsjer zijn geïnstalleerd, tonen dat de opwarming op de top van de berg niet hoger is dan aan voet, in Lyon. In de tussenlagen wordt de temperatuurstijging versterkt doordat de sneeuw smelt”, zegt de klimatoloog.
Grote verschillen
Er zijn grote verschillen tussen de hoogtes, maar ook tussen de seizoenen. Die warmen niet in hetzelfde tempo op, stelt Ménégoz. “Die opwarming is groot tijdens lente en zomer, waardoor de sneeuw smelt en donkere oppervlakken achterlaat en minder sterk in de herfst en winter als de sneeuw de zonnestraling weerkaatst.”
Zal de witte berg ooit zonder sneeuwtop gezien worden? Zo ver ziet de klimatoloog het voorlopig niet komen. Dat heeft ook te maken met de grote verschillen in sneeuwval. “Sneeuwlagen op 1200 m hebben daar al mee te kampen en dat zal erger worden, maar het is niet zeker dat dat ook geldt voor de sneeuwlagen op 2500 m. Dat zal voor een groot deel afhangen van de broeikasgasuitstoot. Als we daarmee doorgaan zoals nu dan zal de sneeuwlaag ook op die hoogte daar de gevolgen van ondervinden.”
Nu al, zegt de klimatoloog, zie je een oprukken van planten en dieren naar grotere hoogten. Maar, stelt hij, die sneeuwmassa’s vormen ook waterreserves. “In het verleden werd minder neerslag aangevuld met smeltwater. Als er niet genoeg sneeuw meer op de bergen ligt dan zal die aanvulling (grotendeels, neem ik aan; as) wegvallen.”
Bron: Futura-Sciences