Kooldioxide, distikstofmonoxide en methaan zijn belangrijke broeikasgassen, maar volgens onderzoekers heeft ook ozon een rol in de aardopwarming en met name in de opwarming van de Zuidelijke IJszee rond Antarctica.
Ozon is een verbinding die bestaat uit drie zuurstofatomen (‘normale’ zuurstof uit twee). Er is veel geschreven over de ozonlaag in hogere luchtsferen (stratosfeer) die de wereld beschermt tegen gevaarlijke uv-straling en over het gat daarin, maar naar ozon in de troposfeer (de luchtlaag het dichtst bij de aarde) is veel minder onderzoek gedaan. “Er is weinig aandacht geweest in termen van warmteopname door oceanen”, zegt Wei Liu van de universiteit van Californië in Riverside. “Onze (reken-; as)modellen vertellen ons dat je dat wel zou moeten doen.”
Oceanen nemen het overgrote deel van de overmaat aan warmte en koolstof in de vorm van kooldioxide en methaan op. De Zuidelijke IJszee neemt eenderde op van de overmaat aan (vluchtige) koolstofverbindingen in de atmosfeer en zo’n driekwart van de extra warmte. De onderzoekers stellen dat het belangrijk is te weten hoe die oceaanopwarming werkt om die te kunnen beïnvloeden (?; as). Warmere oceanen leiden tot uitzetting van het water en daarmee tot stijging van het zeepeil (een andere, belangrijkere factor is de ijssmelt).
Voor hun onderzoek gebruikten Liu en de zijnen klimaatmodellen, waarbij ze de veranderingen in de ozonconcentraties tussen 1955 en 2000 meenamen. In die modellen werd de invloed van de troposferische en stratosferische ozonconcentraties apart gehouden en bekeken welke ozonconcentraties (t of s) van invloed waren op de temperaturen van de Zuidelijke IJszee.
Troposferische ozon
Het bleek dat de ozonconcentraties in beide luchtlagen effect hadden op de opwarming van de Zuidelijke IJszee, maar de troposferische het meest. Liu: “Historisch gezien is ongeveer eenderde van de oceaanopwarming toe te schrijven aan ozon. Van dat derde deel is 40% (=12% van de totale warmteopname; as) toe te schrijven aan de ozon in de stratosfeer en de rest aan de ozon in de troposfeer.”
In de jaren ’80 ontstond onrust over het gat in de ozonlaag in de stratosfeer. Dat werd veroorzaakt door de halogenkoolstofverbindingen zoals cfk’s die werden gebruikt in spuitbussen en koelsystemen. Al vrij snel volgde het protocol van Montréal die die stoffen gaandeweg verbood, een tot nu toe ongeëvenaarde collectieve prestatie in de wereld (in positieve zin, dan). Het lijkt er op dat sedertdien dat gat zich langzaam dicht.
Ozon in de lagere luchtlagen ontstaat onder meer bij elektrische ontladingen zoals in brandstofmotoren maar ook bij roken. “Ozon in de troposfeer is een luchtvervuiler”, zegt Liu. “Als we de productie daarvan verminderen dan neemt de luchtvervuiling af en waarschijnlijk ook de opwarming van de Zuidelijke IJszee.”
Bron: Science Daily