De concentratie van het broeikasgas methaan is het vorig jaar onverwacht gestegen tot 262% boven het voorindustriële tijdperk, stelt de wereldweer-organisatie WMO. Ik vroeg me meteen af of ze in 1850 en daarvoor al methaanconcentraties konden meten, maar dat is natuurlijk niet zo. Methaanconcentraties worden, anders dan temperaturen, pas sinds veertig jaar gemeten.
Die stijging zou zowel biologische als menselijke oorzaken kunnen hebben of een mengeling van die twee. Nooit eerder was de uitstoot zo snel toegenomen. Daarmee is de methaanconcentratie op het hoogste peil gekomen ooit gemeten, overigens net zoals bij twee andere belangrijke broeikasgassen als NO2 (lachgas) en kooldioxide.
Methaan is verantwoordelijk voor eenzesde van de aardopwarming (kooldioxide voor tweederde en lachgas voor 6,5%). De methaanconcentratie kwam uit op 1908 delen per miljard (eentienmiljoenste %), 18 ppb hoger dan in 2021. In dat jaar steeg de concentratie ten opzichte van het voorgaande jaar met 15 delen per miljard, ook duidelijk meer dan ‘normaal’.
Methaan komt voort uit biologische processen en bij de winning van olie en gas. De rijst- en veeteelt zijn belangrijke methaanbronnen. De temperatuur speelt bij die processen ook een rol, dus mogelijk dat de klimaatopwarming zelf (mede) een rol speelt bij die uitzonderlijke en ongewenste groei van de concentratie in de atmosfeer.
Bron: der Spiegel