Tot aan het puntje van de wieken is de windmolen van het Zweedse bedrijf Modvion 150 m hoog met een vermogen van 2 MW. Voornaamste bijzonderheid daarvan is dat de paal waar de wieken op staan/ aan hangen voornamelijk van hout is. De meeste ‘staanders’ van windturbines zijn van staal, en dat is, zoals bekend een ‘klimaatvijandig’ materiaal. Het Zweedse bedrijf stelt dat het goed mogelijk is veel hogere, houten molens te bouwen, zelfs op zee en dat ze gegarandeerd zijn voor een levensduur van 25 tot 30 jaar. Bovendien veroorzaakt een ‘houten’ windturbine 90% minder CO2 dan een ‘stalen’ (wieken en generator zijn van dezelfde materialen) en voor brand zou je niet bang hoeven te zijn. Kortom alleen maar winst (aldus Modvion).
De levensduuruitstoot aan broeikasgassen van een 110 m hoge windturbine van staal is ongeveer 1250 ton CO2, van een houten 125 ton. Dat scheelt nogal een slok op een borrel en de houten molen zou niet duurder zijn dan een stalen. Uiteraard, stelt Modvion, is een houten molen veel duurzamer dan die van staal. Uitgediend ‘molenhout’ zou voor andere bouwprojecten dienst kunnen doen en de hoeveelheid hout die een molen van 2 MW, zo’n 300 tot 1200 m3, groeit in de Zweedse bossen in 1,5 tot 15 minuten, beweert het bedrijf.
3 mm
Door de nerf van elk van de 3 mm dikke lagen sparrenhout te variëren is volgens Modvion de sterkte en flexibiliteit van de houten ‘muur’ in de hand te houden. “Het is ons geheime recept”, zegt medeoprichter van het bedrijf en voormalig architect en botenbouwer David Olivegren. In de fabriek bij Gothenburg worden de dunne lagen hout verlijmd en op elkaar geperst om de (gebogen) bouwmodulen te maken. Die worden ter plekke verlijmd tot cilinders en gestapeld. Volgens Olivergren is hout en lijm een perfecte combinatie. “Dat weten we al honderden jaren. Omdat het materiaal veel lichter is (dan staal; as) kun je met minder materiaal grotere turbines bouwen.”
Bron: BBC