
Vliegtuig is veel klimaatbelastender dan trein (afb: Natália Ružičková/ISTA)
Internationale congressen bieden onderzoekers wereldwijd de mogelijkheid om kennis te nemen van de nieuwste wetenschappe-lijke bevindingen, om nieuwe onder-zoeksideeën te ontwikkelen en samenwerkingen aan te gaan, maar zijn allesbehalve klimaatvriendelijk. Het hebben van veel congresdeelne-mers en vooral ook uit verschillende delen van de wereld wordt vaak gezien als een teken van succes. Onderzoekers van het instituut voor wiskunde en techniek Oostenrijk (ISTA) hebben geprobeerd de milieueffecten van internationale congresreizen te berekenen die hun medewetenschappers zouden kunnen gebruiken om hun congresbezoek zo klimaatvriendelijk te houden.
In de coronatijd een paar jaar geleden kwamen ineens de videocongressen in zwang. Dat lijkt een mooi middel om de klimaatvoetafdrukken van congressen te verlagen. Mooi bijeffect daarvan was dat de deelneming van wetenschappers (ik=as heb het alleen over wetenschappelijke congressen, maar dat geldt natuurlijk voor alle massaal bezochte gebeurtenissen) dat ook veel meer wetenschappers uit minder bedeelde landen die congressen konden bijwonen. Het lijkt er op dat die ontwikkeling weer in het slop is geraakt, maar ik moet natuurlijk bekennen dat dat maar een (=mijn) indruk is.
Elk initiatief om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, kan ons mensen helpen de ongebreidelde gevolgen van de opwarming van de aarde te bestrijden. Onderzoek naar duurzaam gedrag op verschillende gebieden van ons leven is voortdurend in ontwikkeling. Academisch onderzoek heeft echter zelf een aanzienlijke ecologische voetafdruk die niet kan worden genegeerd. Als onderdeel van zijn inzet voor duurzaam onderzoek, vergroot het ISTA actief de bewustwording over dit probleem en zoekt het naar effectieve strategieën om de klimaateffecten van onderzoek te beperken.
ISTA-hoofd duurzaamheid Jeroen Dobbelaere en de hoogleraren Paul Schanda en Georgios Katsaros moesten erkennen dat daar weinig over bekend is en besloten dit probleem in 2023 direct aan te pakken. Ze ontwikkelden een cursus om de voetafdruk van onderzoekspraktijken te kwantificeren. “Samen met de deelnemende studenten wilden we elk jaar een ander onderwerp behandelen”, zegt Dobbelaere. “We hebben de cursus zo ontworpen dat deze zich richt op mentoring en projectmatige data-analyse, met als hoogtepunt een presentatie voor de campusgemeenschap.”
Omdat vaak informatie ontbreekt, wilde het drietal dit probleem in 2023 direct aanpakken. Nu zijn hun bevindingen over de CO2-voetafdruk van congresreizen op het gebied van kernmagnetische resonantie (NMR) beschikbaar.
Klimaateffect
Veel academische onderzoeksactiviteiten hebben een aanzienlijke invloed op het klimaat. Dan hebben we het over de productie van chemicaliën en andere materialen die voor onderzoek worden gebruikt, de bouw en het onderhoud van onderzoeksgebouwen, -faciliteiten en -apparatuur, maar ook andere factoren, zoals woon-werkverkeer en congresreizen, spelen een rol. Een van deze factoren, de CO2-voetafdruk van academische reizen, is van bijzonder belang, omdat deze na de SARS-CoV-2-pandemie weer aanzienlijk is gestegen, stelt het persbericht (wat mijn=as’ vermoeden over videocongressen onderschrijft).
Schanda: “Persoonlijke bijeenkomsten hebben een kwaliteit die videoconferenties simpelweg niet kunnen bieden. Velen van ons hadden briljante ideeën, of dachten dat tenminste, toen we na een postersessie met collega’s wat gingen drinken.” Zulke mogelijkheden zouden moeilijk te bieden zijn te beiden in een webomgeving. Hoewel puur videoconferenties een aanzienlijk kleinere CO2-voetafdruk hebben, bieden ze wetenschappers niet dezelfde ervaring als fysieke bijeenkomsten, stelt het persbericht (naar ik-as aanneem) op gezag van het wetenschappelijke drietal.
Toen de ISTA-cursus voor het eerst werd aangeboden in het academisch jaar 2023/24, onderzocht de groep het milieueffect van congresreizen op het gebied van NMR. “Gezien de aanzienlijke CO2-voetafdruk van vliegreizen, vroegen we ons af of treinreizen een haalbaar alternatief waren”, zegt Dobbelaere.

Natália Ružičková, ISTA
Volgens Natália Ružičková, een van de cursusdeelnemers en auteurs van de studie die onlangs haar doctoraat aan ISTA heeft afgerond, is het algemeen bekend dat treinen minder vervuilend zijn dan vliegtuigen.
“Maar er is een maar. Deze berekeningen houden geen rekening met infrastructuurkosten. Terwijl een vliegtuig slechts twee luchthavens nodig heeft, vereist de exploitatie van een trein sporen, tunnels en bruggen die het vertrekpunt en de bestemming met elkaar verbinden en de aanleg en het onderhoud van deze sporen genereren CO2-uitstoot”, zegt ze.
Om dit probleem methodisch aan te pakken en de ‘verborgen’ CO2-kosten in kaart te brengen, creëerden de cursusdeelnemers een gedetailleerd model dat ook rekening houdt met de indirecte effecten van spooraanleg en stationsbouw. Door de werkelijke CO2-voetafdruk van reizen van Wenen naar verschillende Europese steden te schatten, bevestigde de cursisten dat treinreizen aanzienlijk milieuvriendelijker zijn dan vliegen.
Ružičková: “We ontdekten dat de infrastructuuremissies die gepaard gaan met een treinreis ongeveer drie keer hoger zijn dan de kooldioxidevoetafdruk van de daadwerkelijke exploitatie van de trein, de uitstoot die reisapps weergeven, maar je bespaart nog steeds gemiddeld 85% kooldioxide met de trein in vergelijking met vliegen op dezelfde route.” Dit effect was echter minder uitgesproken bij lange reizen van meer dan 3000 kilometer.
Reizen vervuilt meer dan onderzoek
Vervolgens namen de wetenschappers de reisuitstoot van tien internationale NMR-conferenties van de afgelopen tien jaar onder de loep. Ze toonden aan dat reizen naar een buitenlandse congres een aanzienlijke kooldioxidevoetafdruk van vier tot vijf ton per deelnemer genereert. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een reis van Europa naar ENC-ISMAR in Californië.
“We hebben deze gegevens vergeleken met de emissies die direct verband houden met NMR-onderzoeksactiviteiten aan ons instituut. Het bleek dat een reis van Europa naar zo’n buitenlandse congres een hogere CO2-voetafdruk heeft dan zes maanden per persoon besteden aan het voorbereiden van monsters, het doen van proeven en het uitvoeren van wetenschappelijke berekeningen aan ons instituut om onderzoek te doen op het gebied van NMR bij ISTA”, zegt Schanda.
Aangezien de energiemix van Oostenrijk voor slechts 17% van de energiebehoefte afhankelijk is van fossiele brandstoffen, zijn de onderzoeksgerelateerde emissies hoger in landen met een meer fossiele energiemix, zoals Duitsland, dat meer dan twee keer zoveel fossiele brandstoffen gebruikt als Oostenrijk. Dus dan verandert de balans tussen de uitstoot van reizen en onderzoek doen.
De cursisten onderzochten ook de mogelijkheid van gedecentraliseerde conferenties binnen Europa. Dat zijn conferenties die gelijktijdig op verschillende locaties worden gehouden en virtueel met elkaar verbonden zijn. “Zulke gedecentraliseerde conferenties bieden deelnemers de mogelijkheid om naar een conferentielocatie in de buurt van hun onderzoeksinstelling te reizen, wat resulteert in een CO2-besparing tot 25%”, zegt Dobbelaere.
Hoewel de studie zich richtte op NMR-onderzoek, denken de auteurs dat hun bevindingen ook geldigheid hebben voor andere (wetenschappelijke en klimaat-) congressen en collega-onderzoekers zullen helpen weloverwogen en klimaatbewuste beslissingen te nemen over conferentiereizen in verschillende disciplines. Dobbelaere, Schanda en Katsaros zullen hun inspanningen voortzetten en nieuwe onderwerpen in hun cursus behandelen. “Vorig jaar hebben we gekeken naar de CO2-voetafdruk van woon-werkverkeer. Dit academiejaar zijn we begonnen met het onderzoeken van de milieueffect van wetenschappelijk computergebruik,” zegt Dobbelaere.
Bron: idw-online.de