Het lijkt er op dat tropische regenwouden relatief snel herstellen. ‘Al’ na twintig jaar bereikt secundair bos zo’n 80% van de bodemvrucht-baarheid en boomdichtheid van het oer(regen)bos. Om een vergelijkbare soortenveelheid en biomassa te halen hebben die herstellende wouden overigens nog zo’n 120 jaar nodig, stellen onderzoekers.
Nog steeds worden er op grote schaal bossen gekapt en afgefakkeld. Dat is een kwalijke ontwikkeling, gegeven de noodzakelijke strijd tegen klimaatontwrichting. Vooral bomen zorgen voor zuurstof en nemen voor hun groei grote hoeveelheden kooldioxide op, een gas dat wij mensen met zoveel gulheid in de atmosfeer verspreiden.
Het lijkt er op dat er toch plaatsen zijn waar de bossen weer langzaam toenemen. De vraag van onder meer Lourens Poorter van de universiteit van Wageningen is of op verlaten velden zonder ingrepen van de mens die oorspronkelijke bossen zich weer herstellen tot het niveau van de oerbossen? Daarvoor onderzochten Poorter en de zijnen op diverse plaatsen en continenten de natuurlijke herbebossing, van eenjarige bos tot een 120 jaar oud secundair bos.
Ze onderzochten de bodemvruchtbaarheid, de biomassa, bosstructuur en de soortenveelheid. Die vier parameters zijn volgens de onderzoekers de sleutelcomponenten van de functies van een ecosysteem. Als je weet hoe bossen zich herstellen dan zijn er volgens hen ook maatregelen te bedenken om de soortenveelheid, herbebossing te verwezenlijken en de klimaatontwrichting tegen te gaan.
Anders dan verwacht herstelt de bodem zich het snelst. Dat duurt maar tien jaar. Ook sneller dat verwacht herstelt zich de plantendichtheid. Gemiddeld zo’n 25 jaar duurt het voordat de boomdichtheid en het bladoppervlak tussen de 82% en 100% van het oorspronkelijk bos hebben bereikt.
80%
Alles bijeen bereiken die secundaire bossen na zo’n twintig jaar al zo’n 78% van de conditie die het oorspronkelijke bos had. Wat structuur en soortenveelheid betreft duurt dat veel langer: tussen de 25 en 60 jaar. Het duurt nog langer voordat de biomassa van het bos weer vergelijkbaar is met het oorspronkelijke oerwoud: minstens 120 jaar.
Toch stellen de onderzoekers dat natuurlijk bosherstel een goedkope (en, uiteraard, natuurlijke) oplossing is voor klimaatbescherming, het behoud van de soortenveelheid en het herstel van ecosystemen. “De plaatselijke en wereldwijde betekenis van secundaire bossen maakt ze zeer beschermenswaard”, zegt medeonderzoeker Florian Oberleiter van de universiteit van Innsbruck. “Er is geen wondermiddel voor herstel en het kan bevorderlijk zijn dat herstel te ondersteunen. Dat hangt van de plaats af, de bevolking en de behoeften.”
Dat laat onverlet dat ook bestaande bossen beschermd moeten worden, stellen de onderzoekers. Dat is de levensruimte van veel, soms zeldzame planten en dieren en een ‘leverancier’ van zaden voor zich herstellende bossen.
Bron: bdw