In dit blog is al vaker gemeld dat de overgang naar een ‘groene’ samenleving niet altijd even groen is (in de zin van aard- en natuurvriendelijk). Nu betoogt Yolanda Ariadne Collins van de Schotse universiteit van St. Andrews stelt dat de winning van het mineraal cassiteriet (tinoxide) in het Amazonegebied het klimaat en milieu er beslist niet beter op maken. Dat voor de energieovergang kennelijk belangrijke mineraal zorgt in het Amazonegebied voor ontbossing en het verdrijven van de inlandse bewoners, stelt ze, alleen maar doordat mensen in rijke landen hun leven niet willen beteren.
Het Amazonegebied wordt toch al geteisterd door vaak illegale winning van grondstoffen zoals goud, wat onder veel meer leidt tot kwikvergiftiging van het winningsgebied (kwik wordt gebruikt om goud op te lossen waar dat vervolgens weer uitgedampt wordt).
Volgens Ariadne heeft de kleinschalige ontbossing voor mijnbouw sedert 2014 zich uitgebreid, deels gedreven door de ‘groene’ overgang. Toen de goudzoekers in Brazilië in de jaren 70 en 80 werden aangepakt, verhuisden die naar Suriname en Gyuana, waar ze onverdroten hun verwoestende werk voortzetten. Iets dergelijks lijkt zich volgens Collins nu met cassiteriet te gebeuren.
Zij stelt dat die praktijken hun wortels hebben in de koloniale geschiedenis van Zuid-Amerika. Zuid-Amerika stelt heel bereidwillig zijn rijkdommen aan mineralen ter beschikking aan bedrijven en overheden in rijkere landen (vaak de oude kolonisatoren). In die rijke landen proberen overheden en bedrijven hun hoge (broeikasgas)emissies te verminderen door technologische oplossingen en niet door gedragsverandering, schrijft ze.
Machtsstructuur
Zolang de machtsstructuur die inheemse en andere historisch gemarginaliseerde groepen benadeelt niet verandert, zullen de negatieve effecten van de ontwikkeling van technologieën om de planeet te ‘redden’ een onevenredige last blijven vormen voor deze groepen, stelt Ariadne.
Bron: phys.org, the Conversation