“Onze landbouw zal degelijk en snel op de schop moeten”

Ontbossing Amazonegebied

De ontbossing is vooral het gevolg van uitbreiding van landbouwactiviteiten

De manier waarop mensen landbouw plegen heeft de mens met grote problemen opgezadeld. Zo wordt de landbouw verantwoordelijk gehouden voor veel van de problemen waarmee we worden geconfronteerd. Landbouw zou verantwoordelijk zijn voor eenvijfde tot een kwart van de wereldwijde broeikasgasuitstoot. De almaar uitdijende landbouw (voor een nog steeds groeiende wereldbevolking; en dan heb ik=as het over mensen) verergert het krimpen van dierpopulaties en versterkt het verlies van soorten (door uitsterving). Onze manier van landbouwbedrijven verslechtert de bodemkwaliteit en daarmee ook weer de koolstofopnamecapaciteit van die bodem. Radicale omvorming is hard nodig, vinden vooraanstaande wetenschappers en ze vertellen ook hoe.
De achteruitgang van de bodemkwaliteit heeft invloed op zeven van de negen aardse (harde) grenzen. Zo’n twintig vooraanstaande wetenschappers geven in een artikel in Nature aan dat zou kunnen.
Landdegradatie is niet alleen een plattelandsprobleem, stellen ze. “Die beïnvloedt het eten op ons bord, de lucht die we inademen en zelfs de stabiliteit van de wereld waarin we leven. Het gaat niet om het redden van het milieu, maar om het veiligstellen van onze gezamenlijke toekomst”, schrijven ze.
80% van de ontbossing is toe te schrijven aan de voedselproductie. Omdat die productie nog steeds toeneemt. Ze zou zelfs met 56% kunnen toenemen in 2050 als we de huidige koers aanhouden.

Hoe kunnen we die noodzakelijke omslag verwezenlijken? Ten eerste, zo stellen de schrijvers, door 50% van het gedegradeerde land – oftewel 3 miljoen km 2 landbouwgrond, maar vooral 10 miljoen 2 onbebouwd land – te herstellen door middel van duurzaam beheer. Concreter, door bij voorkeur kleine boerenbedrijven te ondersteunen, die een groot deel van het voedsel ter wereld produceren. Door een belasting in te voeren die duurzame landbouw beloont en vervuilers straft en door wijdverbreide milieulabels, zodat consumenten weloverwogen keuzes kunnen maken.
Een ander doelwit voor de onderzoekers is onze ongekende voedselverspilling. Naar schatting wordt 33% van al het wereldwijd geproduceerde voedsel uiteindelijk niet geconsumeerd. Het verminderen van voedselverspilling met 75% zou bijna 13,5 miljoen km2 land besparen.

De wetenschappers beperken zich niet tot het benoemen van deze feiten. Ze stellen concrete maatregelen voor om het probleem aan te pakken. Zoals het verbieden van ‘lelijke’ producten, het stimuleren van voedseldonaties of zelfs de verkoop van afgedankte producten tegen een lage prijs. In Spanje zijn restaurants nu verplicht om bakjes te plaatsen zodat klanten hun restjes mee kunnen nemen.

Voedsel uit zee

De derde optie die onderzoekers verkennen, is minder bekend: het telen van zeegewassen. Zeewier heeft bijvoorbeeld geen zoet water nodig om te groeien. Het absorbeert ook koolstofdioxide (CO2) uit onze atmosfeer. Verantwoorde aquacultuur, gericht op soorten met een lage schadelijke bijwerkingen zoals mosselkweek en producten op basis van zeewier, kan de druk op het land verminderen.
Daarom adviseren wetenschappers om 70% van het niet-duurzaam geproduceerde rode vlees te vervangen door vis uit duurzame bronnen. Duurzaam. Volgens hun berekeningen zou dit betekenen dat er meer dan 17 miljoen km2 land bespaard zou worden, dat momenteel gebruikt wordt voor weidegrond en veevoer. We zouden zelfs kunnen overwegen om 10% van onze groenteconsumptie te vervangen door zeewierproducten. Dit zou 0,4 miljoen 2 land extra vrijmaken.

De onderzoekers schatten dat deze paar maatregelen tegen 2050 bijna 44 miljoen km2 land zouden kunnen redden. Dat is praktisch de oppervlakte van heel Azië! Ze zouden ook de uitstoot van broeikasgassen door de landbouwsector met ongeveer 13 gigaton CO2-equivalent (GtCO2e) per jaar beperken. Ter vergelijking: de wereldwijde uitstoot naderde in 2020 de 50 GtCO2e. Tot slot is de verbetering van de kwaliteit van de resterende natuurlijke habitats en ecosystemen die niet tot landbouwgrond zijn omgevormd, een positief effect op de biodiversiteit.

Combineren VN-verdragen

Om maximaal te profiteren, moeten de drie Rio-verdragen – het Verdrag inzake Biologische Diversiteit (CBD), het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering (UNFCCC) en het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van Verwoestijning (UNCCD) – worden samengevoegd rond gemeenschappelijke doelen.
Ze moeten wetenschappelijke kennis stroomlijnen om deze te vertalen naar effectiever beleid en de actie ter plaatse versnellen. “Het is tijd om goed voor het land te zorgen: het te beschouwen als een levende bondgenoot en niet langer als een uit te buiten hulpbron”, concludeert Elisabeth Huber-Sannwald, hoogleraar aan het Potosinoinstituut in Mexico, een van de ondertekenaars.

Bron: Futura-Sciences

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *