Broeikasgasuitstoot venen in Europa dubbel zo hoog als geschat

Drooggelegde veengebieden

Drooggelegde veengebieden (afb: univ. van Greifswald/Tobias Dahms)

Drooggelegde veengebieden in de EU stoten jaarlijks ongeveer 232 megaton CO₂-equivalent uit, bijna twee keer zoveel als de EU-lidstaten hebben aangegeven in het kader van het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC). Dit is de conclusie van een studie onder aanvoering van John Couwenbergen van de Radbouduniversiteit en Franziska Tanneberger van de universiteit van Greifswald. De onderzoekersters hebben de eerste hogeresolutiekaart van broeikasgasemissies van die drooggelegde veengebieden gemaakt. Vernatting van die veengebieden zou die uitstoot sterk verminderen, stellen ze.
Het verschil tussen de officiële schatting en wat de onderzoekersters in dit onderzoek hebben gevonden is ruwweg gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van al het Europese luchtverkeer. Op basis van uitgebreide bodem- en landgebruiksgegevens, met behulp van broeikasgasmodellering, hebben de onderzoekersters samen met het Finse onderzoeksinstituut LUKE een veenuitstootkaart gemaakt. Deze kaart laat zien waar de emissies van drooggelegde veengebieden in de EU bijzonder geconcentreerd zijn en waar vernatting het meest effectief middel tegen de uitstoot zou zijn.
De kaart toont duidelijke ruimtelijke concentraties. De Noordzeeregio (Noordwest-Duitsland, Nederland, Zuidoost-Engeland), Oost-Duitsland, de Baltische staten en Oost-Polen, evenals Ierland en Noord-Ierland, zijn daarbij zeer ‘actief’. Deze gebieden zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de totale uitstoot van drooggelegde veengebieden, samen goed voor ongeveer 40% van de totale EU-emissies van veengebieden.
Deze regio’s bevatten talrijke, uitgestrekte en in sommige gevallen zeer dikke veenlagen waar intensieve landbouw plaatsvindt. In de Noordzeeregio zorgen de grootschalige ontwatering van eens bloeiende kustveengebieden, in combinatie met intensieve landbouw, voor bijzonder hoge emissies. Ongeveer 20% van veenemissies in de EU is afkomstig uit een regio die slechts rond 4% van het totale veengebied van Europa beslaat. Een andere concentratiegebied ligt in Oost-Duitsland, omdat vlakkere, maar bijzonder uitgestrekte veengebieden daar op grote schaal en in grote mate zijn ontwaterd voor agrarisch gebruik.

Lacune

Tot nu toe zijn EU-lidstaten niet verplicht om gedetailleerde ruimtelijke gegevens over veengebieden aan de UNFCCC te verstrekken. Dit maakt het moeilijk om gerichte beleidsmaatregelen te plannen. De kaart, met een resolutie van 1 km², vult deze lacune op. “Onze gegevens laten duidelijk zien dat er veel betere informatie beschikbaar is over de verspreiding van veengebieden dan in veel nationale inventarissen wordt gebruikt”, zegt Tanneberger. “We kunnen nu gedetailleerd laten zien waar de grootste emissiebronnen zich bevinden. Het is ontzettend belangrijk om broeikasgasemissies zichtbaar te maken, en kaarten zijn daarbij zeer effectief.”

De kaart biedt daarmee een nieuwe, wetenschappelijk gefundeerde basis voor het Europese klimaatbeleid. Die maakt het mogelijk om beleidsinstrumenten zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, de Natuurherstelverordening en koolstoflandbouwprogramma’s effectiever te maken, omdat ze gerichter op specifieke regio’s kunnen worden ingezet.
Een belangrijke reden voor het grote verschil tussen de wetenschappelijke en officiële schattingen is dat veel veengebieden niet juist worden geregistreerd. Veengebieden die als weidegrond of bos worden gebruikt, worden vaak niet als zodanig aangemerkt. Daarnaast maken veel inventarisaties gebruik van onvolledige emissiefactoren.
Dit betekent dat individuele broeikasgassen of de afvoer van opgeloste organische koolstof niet worden meegenomen, wat leidt tot een aanzienlijke onderschatting van de werkelijke emissies.

Drainage van veengebieden behoort daarom tot de meest onderschatte klimaatfactoren in de Europese rapportage. Eerdere analyses hadden al geschat dat drooggelegde veengebieden verantwoordelijk zijn voor ongeveer 7% van de broeikasgasemissies in de EU, wat overeenkomt met het gemiddelde brandstofverbruik van 91 miljoen personenauto’s.
Dit toont duidelijk de dringende noodzaak aan om de uitstoot van drooggelegde veengebieden te verminderen. De resultaten van deze studie kunnen een basis vormen voor deze vermindering en tegelijkertijd de Europese en internationale klimaatrapportage verbeteren.

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *