In de Volkskrant staat een vraaggesprek met mensen van DenkWerk, waarin bestuurders en mensen uit de zakenwereld nadenken over wat we met de wereld, om te beginnen met Nederland, aan moeten. Volgens deze denktank is ons consumptiepatroon verantwoordelijk voor de nu dreigende klimaastcrisis. Een stelling die mij (=as) uit het hart gegrepen is, maar ik zou natuurlijk ook willen weten hoe die denktankers zelf in dit verhaal staan gedurende de afgelopen, laten we zeggen, dertig jaar. Hoeveel boter hebben zij op hun hoofd?
Een kledingstuk zou gemiddeld maar zeven keer worden gedragen in de rijke landen en wordt dan weggegooid. Als je het over verspilling hebt…
De DenkWerkers zijn al vegetariërs geworden en zijn voorstander van minder (soms). De wereld zit aan zijn limiet schrijven ze hun hun rapport Voorbij netto-nul naar planeet-positief en is daar soms al overheen. Van de negen grenzen die de contouren van het planetaire ecosysteem vormen, hebben we er volgens hun analyse al vier overschreden. Bij vier andere zitten we in de gevarenzone, maar we kunnen er volgens hen nog steeds iets aan doen om het ergste te voorkomen. Dan zal er wel haast gemaakt moeten worden.
De DenkWerkers vinden dat in de klimaatcrisis de nadruk te veel ligt op klimaat en energie en te veel op technische oplossingen in plaats van op verandering van het consumptiegedrag. Je zou de schade die met producten aan milieu en natuur veroorzaakt worden moeten doorberekenen aan de consumenten, vinden ze. De vervuiler dient ook hier te betalen. Heel opmerkelijk wordt ook in dit vraaggesprek de kwalijke rol van auto’s in het klimaatverhaal aan de orde gesteld (vliegen wel).
Bron: de Volkskrant