Onderzoeksters hebben de klimaatplannen bekeken die vijftig landen bij de Verenigde Naties hebben ingeleverd. Als die ten uitvoer zouden worden gebracht dan zou er in 2050 jaarlijks nog twaalfmiljard ton CO2 worden uitgestoten die dan door afvangtechnieken of door nieuwe natuur uit de atmosfeer gehaald zou moeten worden. Dat achten de onderzoekers erg onwaarschijnlijk en roepen landen op om ambitieuzer te zijn bij het terugdringen van de broeikasgasuitstoot en wel met ingang van NU (stellen ze).
In 2050 zou de uitstoot netto nul dienen te zijn. Die twaalfmiljard ton is ook de hoeveelheid die de oceanen jaarlijks opnemen. “In onze analyse hebben we naar de ambieuste klimaatplannen gekeken, wat betekent dat de uitstoot waarschijnlijk nog groter zal zijn”, zegt Holly Jean Buck van de universiteit van Buffalo. Medeonderzoeker Jens Friis Lund van de universiteit va Kopenhagen vindt de uitkomst dan ook zorgwekkend.
Slechts 18 van de 50 landenscenario’s vermelden ook de te verwachten restuitstoot in 2050. De onderzoeksters gebruikten die cijfers om een gemiddelde uit te rekenen voor de landen die geen schatting hadden vermeld.
Ondanks de grote hoeveelheid broeikasgassen die de eerste achttien landen opgaven, hadden die landen er alle vertrouwen in in 2050 op netto nul uit te komen. Die doelstelling zou moeten worden bereikt door het aanplanten van bossen, grootschalige natuurbescherming maar ook met behulp van afvangtechnieken.
Volgens Friis Lund zal dat streven onder meer leiden tot strubbelingen over landgebruik en biodiversiteit. “Je hebt grote gebieden nodig om die hoeveelheden CO2 te verwijderen. Dan kom je in concurrentie met de voedselvoorziening. Die aanplant van bossen en biogewassen zou mensen in de hele wereld in gevaar brengen al was het maar doordat er niet voldoende tijd is om mensen te horen of te compenseren.” Hij was mede-auteur van een rapport over dit onderwerp voor de COP27 vorig jaar in Egypte.
Hoop op nieuwe techniek
Veel landen hebben hun hoop gesteld op techniek om CO2 uit de atmosfeer te halen. Dat gas moet dan ook ergens veilig worden opgeslagen. Dat kan in de vorm van nieuwe vegetatie maar ook in oude gasreservoirs ondergronds, bijvoorbeeld. “Dan hebben we die technieken nodig, maar daar zitten ook risico’s aan”, zegt medeonderzoeker Nils Markusson van de universiteit van Lancaster. “Het is niet de eerste keer dat men zijn hoop stelt op nieuwe technieken om de klimaatcrisis de baas te worden, zonder dat dat gepaard gaat met actief beleid of voldoende investeringen. We hebben dat ook gezien bij de afvangtechnieken bij fossiele energie. We richten ons op de restuitstoot om druk op de ketel te houden bij beleidsmakers.”
Er zijn momenteel een paar afvanginstallaties actief die jaarlijks een paar duizend ton kooldioxide afvangen, maar dat zet natuurlijk weinig zoden aan de dijk. Eerder hebben onderzoekers er al op gewezen dat we het niet van die technieken moeten hebben, maar dat we de uitstoot moeten verminderen door af te komen van onze verslaving aan fossiele energie, maar daar ziet het nog niet erg naar uit.
Friis Jensen: “We praten vandaag over een paar duizend ton elk jaar. Die capaciteit zouden we moeten verduizendvoudigen om de restemissies in 2050 te verwijderen. Dat heeft geweldige gevolgen voor het landgebruik en de uitbreiding van hernieuwbare energie alleen maar om CO2 uit de atmosfeer te halen. Tel daarbij op wat er nodig is om de uitstoot te verminderen, dan krijg je een gigantische rekening die we achterlaten voor toekomstige generaties.”
Hij ziet als enige oplossing om nu haast te maken met het terugdringen van de broeikasgasuitstoot. “Sneller en meteen is verre te verkiezen boven investeren in een onzekere technische ‘oplossing’ in een toekomst met een verslechterende klimaatcrisis, met meer extreem weer en andere klimaatschade.”
Bron: Science Daily