Al eerder werd bekend dat die goedmakerboompjes die sommige mensen laten planten niet de broeikasgaswinst opleveren die de aanbieders voorspellen. Je kunt ook certificaten kopen om te zorgen dat bos niet wordt gekapt. Die zouden dan kooldioxide blijven opnemen. Goed om de aardopwarming af te remmen, maar een groot deel van die bossen zou helemaal niet op de nominatie hebben gestaan om gekapt te worden, blijkt uit nieuw onderzoek. Schijnwinst, dus. Slechts een schamele 6% van de verhandelde certificatie heeft houtkap voorkomen, bleek onderzoekers. Zo wordt er op vele fronten gesjoemeld en zelfs regelrecht bedrog gepleegd in de strijd tegen de klimaatontwrichting.
De VN heeft een programma REDD+ om de ontbossing in ontwikkelingslanden tegen te gaan. Bedrijven en personen kunnen certificaten kopen bij wijze van aflaat voor hun klimaatzonden. Veel bedrijven zouden, vrijwillig, CO2-certificaten kopen van REDD+-projecten om met klimaatneutraliteit te kunnen geuren (“Wij zijn allemaal verantwoordelijke mensen”, nietwaar?).
Dan is het natuurlijk nodig om te weten hoeveel bos er echt gered worden door de aankoop van die certificaten. Dat hebben onderzoekers rond Thales West van de Vrije Universiteit van Amsterdam eens uitgezocht en het resultaat, zoals al verklapt, viel niet mee. De meeste prognoses gaan van onrealistisch hoge waarden uit voor de vermeden kooldioxideuitstoot. Die schattingen gaan uit van historische ontwikkelingen, van de ontwikkeling van de bevolking en het landgebruik in de betreffende gebieden. Dat is nogal grofstoffelijk en houden daarenboven geen rekening met maatschappelijke en politieke ontwikkelingen, aldus West et. al.
De onderzoekers hebben 26 REDD+-gebieden in Afrika, Zuid-Amerika en Azië eens met een eigen methode/model onder de loep genomen. West: “We hebben reële vergelijkingsplaatsen gebruikt om te laten zien hoe elk van de REDD+ bosprojecten die we hebben bestudeerd er vandaag de dag hoogstwaarschijnlijk uit zou zien, in plaats van te vertrouwen op extrapolaties van historische gegevens die veel factoren negeren; van politieke veranderingen tot marktkrachten.”
Weinig bijgedragen
De REDD+-projecten hebben volgens de conclusies weinig bijgedragen aan het tegengaan van ontbossing (of het behoud van de natuur) en waar dat wel is gebeurd, was die bijdrage aanzienlijk kleiner dan verondersteld. Slechts 6% van de uitgegeven certificaten die in 2020 zijn uitgegeven zou hebben bijgedragen aan de vermijding van de kooldioxideuitstoot.
“Deze projecten hebben al bijna drie keer zoveel koolstof gecompenseerd als ze feitelijk hebben verminderd door het behoud van de bossen”, zegt co-auteur Andreas Kontoleon van de universiteit van Cambridge. Een groot deel van de gegenereerde CO2-certificaten is nog op de markt en nog niet gebruikt om kooldioxideuitstoot te compenseren.
De zwakte van veel van dit soort projecten is, stellen de onderzoekers, dat ze bossen beschermen die helemaal niet bedreigd worden. Het zou vaak gaan om economisch onaantrekkelijke grond in bergen en moerassen, ver van wegen. Toch wordt dan net gedaan alsof bescherming van die bosgebieden grote hoeveelheden kooldioxide schelen.
Volgens Kontoleon zijn er weinig regels op dit terrein, waar de slager vaak ook nog eens zijn eigen vlees keurt. De onderzoekers zijn grote voorstanders van meer regels en meer toezicht bij dit soort compensatieprojecten, zodat de prognoses enig verband hebben met de werkelijke voordelen voor het klimaat van die projecten.
Of dat daadwerkelijk iets zal verbeteren is nog maar zeer de vraag. Bovendien is het nogal vreemd om iets niet te doen ‘winst’ te noemen, terwijl het in feite voorkomen van verlies is. Met dat soort rekenstrapatsen kan ook een autofabrikant beweren dat zijn producten ‘klimaatneutraal’ zijn.
Bron: bdw