Aardopwarming leidt tot opwarming van de zeeën en oceanen. Daardoor wordt het vermogen van water om zuurstof op te nemen kleiner wat desastreuze gevolgen kan hebben voor het van zuurstof afhankelijke leven in de wereldzeeën. Onderzoekers hebben daar eens aan zitten rekenen en komen tot de conclusie dat die nieuwe omstandigheden nog deze eeuw kunnen leiden tot een massale uitsterving van zeeleven. Als we er in slagen de opwarming onder de 2°C te houden dan zou dat risico 70% kleiner zijn dan in het geval van het zwartste scenario.
Het vorig jaar was de gemiddelde temperatuur van de wereldzeeën hoger dan ooit gemeten. Terwijl er door opwarming minder zuurstof in het water zit gaat de stofwisseling sneller waardoor de zeebewoners meer zuurstof nodig hebben. Als het zuurstofgehalte te laag wordt dan zullen ze moeten verkassen en, uiteindelijk, het loodje leggen.
Dat mechanisme is bekend, maar er was niet eerder bekeken wat dat voor het zeeleven voor gevolgen heeft. Nu zijn Justin Penn en Curtis Deutsch van de universiteit van Washington met collega’s daar eens aan gaan zitten rekenen met behulp van rekenmodellen, waarin ze verschillende klimaatscenario’s doorrekenen. Daarbij namen ze uiteraard de zuurstoftolerantie van de verschillende soorten mee en ook wanneer hun huidige habitat onleefbaar wordt. Daarbij hanteerden ze ook gegevens van massauitstervingen in het verleden, zoals ‘gedocumenteerd’ in fossielen.
Ze kwamen tot de conclusie dat onder het zwartste klimaatscenario met de hoogste broeikasgasuitstoot het soortenverlies in de oceanen vergelijkbaar zou zijn met de grootste massauitstervingen in het verleden. Logischerwijs zal de grootste schade geleden worden in de tropische wateren. Daar is het zuurstofgehalte nu al laag. Als de temperatuur nog verder stijgt zakt dat gehalte onder het onaanvaardbare niveau voor veel zeeleven.
Da’s jammer, zou je kunnen zeggen, maar die ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de mens, vooral die welke afhankelijk is van de vruchten van de zee. Zeeleven is wereldwijd verantwoordelijk voor 17% van de voedingseiwitten van mensen.
De dieren kunnen zich natuurlijk verplaatsen naar koelere en zuurstofrijkere streken, maar die mogelijkheid hebben de vissen en andere zeedieren niet of minder dan die verder van de evenaar leven. Vooral dieren die zich rond de polen thuis voelen krijgen dan grote problemen.
Uitsterving in Perm
Iets soortgelijks heeft zich voorgedaan in het Perm, zo’n 250 tot 300 miljoen jaar geleden. Uit fossielen is duidelijk geworden dat in die periode zo’n tweederde van het zeeleven verdween. De omstandigheden die destijds heersten staan ons nu weer te wachten, stellen de onderzoekers.
Mocht de broeikasgasuitstoot ongeremd toenemen, zoals nu dreigt te gebeuren door wereldwijde ‘klimaatverlamming’, dan stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde deze eeuw met 4,9°C ten opzichte van het voorindustriële tijdperk, nu, zo’n 170 jaar geleden. Dat zou voor de dierveelsoortigheid in de oceanen katastrofaal zijn.
De onderzoekers denken dat we dat dat zwartste scenario nog steeds kunnen voorkomen. Als de mensheid er in slaagt de opwarming onder de 2°C te houden dan zou het risico op massauitsterving van het zeeleven met 70% dalen, maar dan is wel haast geboden herhaalt Deutsch uitspraken hierover van vele van zijn collega’s.
Bron: bdw