Mijnbouw in Afrika bedreigt mensapen

schadelijke effecten mijnbouw voor natuur en biodiversiteit

Winning van voor de klimaatverandering belangrijke elementen is slecht voor mensapen (afb: Jessica Junker et. al/Science)

Volgens onderzoek van, onder meer, het Duitse centrum voor biodiversit-eitsonderzoek iDiv zijn de nadelen van grondstofwinning tot op heden ernstig onderschat. Zo bedreigt de winning en zoektocht naar koper, lithium, zeldzame aarden – elementen die alle belangrijk zijn voor, ironische genoeg, de overgang naar een duurzamere toekomst – het voortbestaan van mensapen in Afrika. De strijd tegen klimaatverandering mag niet ten koste gaan van natuur en biodiversiteit, vinden de onderzoeksters.
De grondstofkoorts, aangewakkerd door de vraag naar duurzame (?) energie, is de aanleiding voor veel nieuwe winprojecten in Afrika, kennelijk rijk gezegend met die gezochte elementen. Exploratie- en vooral winprojecten zorgen voor veel schade. De natuur ter plekke legt vaak het loodje, waardoor de leefruimte en -variëteit in de wingebieden sterk worden aangetast.
Dat treft ook mensapen. Van de totale populatie van gorilla’s, bonobo’s en chimpansees, zo’n 180 000 mensapen, zou eenderde door de geïntensiveerde mijnbouwactiviteiten worden bedreigd. De onderzoeksters stellen dat dat aantal nog groter zou kunnen zijn, aangezien mijnbouwbedrijven niet verplicht zijn om gegevens over de effecten op de biodiversiteit in het aangetaste gebied te verstrekken.

De onderzoeksters bekeken zeventien gebieden in Afrika waar al met de winning begonnen is of waarvoor al een vergunning is afgegeven. Het gaat om de (beoogde) wingebieden zelf plus een straal van 10 km voor verstoring door, onder meer, lichtvervuiling en lawaai, naast een gebied in een straal van 50 km dat indirect last zou kunnen hebben van de winactiviteit door, onder meer, de aanleg van infrastructuur voor de aan- en afvoer van materiaal, erts e.d., de huisvesting van de werknemers enzovoort.

West-Afrika

De grootste overlappingen tussen de wingebieden (inclusief de 10- en 50 km-zones) en leefgebieden van de mensapen bleken zich voor te doen in de West-Afrikaanse landen Liberia, Sierra Leone, Mali en Guinee. In Guinee gaat het vooral om chimpansees. Zo’n 23 000 chimpansees, 83% van het bestand daar, zouden worden getroffen door de winning. De gevoeligste gebieden met de meeste mensapen zijn in dat land niet beschermd.
“Op basis van studies van andere soorten zouden de apen door de winningsactiviteiten te maken krijgen met vervuiling, verlies van leefruimte, een hogere jachtdruk en het overbrengen van ziektes (door mensen en hun huisdieren; as), maar dat beeld is nog niet volledig”, zegt Jessica Junker van Re:Wild. Ze stelt dat gebrek aan goede cijfers het moeilijk maakt het werkelijke effect van de grondstoffenwinning op de mensapen vast te stellen.
De onderzoeksters keken ook naar de overlappingen tussen de wingebieden (en ‘bufferzones’) en gebieden met een unieke biodiversiteit op zich (dus zonder speciaal naar mensapen te kijken). Ze kwamen tot 20% overlap. In dergelijke gebieden zouden strenge (?) milieuregels voor de mijnbouw gelden die zouden worden opgelegd door financieringsinstellingen van, onder meer, de Wereldbank, maar dat leidde en leidt lang niet altijd tot het gewenste resultaat.
“Bedrijven die in deze gebieden actief zijn, moeten passende maatregelen treffen om de invloed van hun activiteiten tot een minimum te beperken”, zegt Tenekwetche Sop van Museum Senckenberg in Görlitz waar de gegevens over mensaappopulaties worden bijgehouden. “Dat lijkt nogal onwaarschijnlijk omdat de meeste bedrijven geen goede gegevens hebben over de voorwaarden voor dergelijke maatregelen.” Hij vindt dat er meer samenwerking moet komen tussen mijnbouwbedrijven en onderzoekers om schadelijke effecten van winning tot een minimum te beperken.

Lange termijn

Ook al zijn de indirecte en langetermijneffecten van mijnbouw moeilijk met harde cijfers te onderbouwen, dan betekent dat nog niet dat die effecten vaak nog lang na de winperiode waarneembaar zijn. Deze risico’s worden echter zelden meegenomen laat staan tegengegaan door mijnbouwbedrijven.
Als er al compensatie voor gegeven wordt is die volgens onderzoeksters vaak aan de magere kant. Bovendien gelden dergelijke compensatiemaatregelen alleen voor de duur van het mijnbouwproject (doorgaans zo’n twintig jaar), terwijl de nadelen voor de mensapen vaak blijvend zijn.

“Mijnbouwbedrijven moeten zorgen zo min mogelijk effect te hebben op mensapen”, zegt medeonderzoekster Genevieve Campbell van Re:wild, die een IUCN-werkgroep voorzit voor het behoud van mensapen. “Compenserende maatregelen zouden alleen een laatste redmiddel moeten zijn, omdat er momenteel geen voorbeelden zijn van maatregelen waarvan is bewezen dat ze mensapen hebben geholpen.”
“Dat moet ook gelden in de exploratiefase. Helaas zijn de zaken dan slecht geregeld. Bedrijven komen vaak pas vele jaren later met basisgegevens als de exploratie en habitatvernieling al hebben plaatsgevonden. Deze gegevens geven ook niet accuraat de oorspronkelijke toestand van de mensapenpopulaties ter plekke weer.”

Klimaatverandering

“De verdwijning van fossiele brandstoffen is goed en belangrijk voor het klimaat, maar dat moet gebeuren op een manier die de biodiversiteit niet in gevaar brengt. In zijn huidige vorm zou dat streven zelfs schadelijk kunnen zijn voor onze milieudoelstellingen”, zegt Junker. “Bedrijven, financiers en overheden moeten erkennen dat het soms onaangeroerd laten van gebieden gunstiger kan zijn voor het tegengaan van de klimaatverandering en het voorkomen van epidemieën.”

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *