Oliesector gebruikt klimaatschijnoplossingen om voet tussen de deur te houden

Milieuconflicten en oliesector

De 48 milieuconflicten die de onderzoekers onderzochten (afb: Marcel Llavero-Pasquina et al./Energy Research & Social Science)

Veel zogenaamd koolstofarme projecten die door grote olie- en gasbedrijven worden aangeprezen – zoals waterstof, biobrandstoffen, koolstofafvang en -opslag en CO2-compensatie – zijn schijnoplossingen, stellen onderzoekers van, onder meer, de onafhankelijke universiteit van Narcelona (UAB). Ze baseerden hun conclusie op de bestudering van 48 gevallen van milieuconflicten wereldwijd.
De onderzoekers hekelen de manier waarop gevestigde fossiele-brandstofbedrijven zichzelf steeds vaker presenteren als ‘onderdeel van de oplossing’ voor de klimaatcrisis, met als primair doel de sociale, juridische en politieke druk te neutraliseren die aandringt op een snelle uitbanning van fossiele brandstoffen.
Dat stelt die bedrijven in staat hun pijpleidingen, raffinaderijen en thermische centrales te blijven uitbreiden en verbinden met nieuwe waterstof-, biobrandstof- of koolstofafvanginfrastructuur, waardoor de voortzetting van de fossiele brandstofinfrastructuur voor decennia zou zijn verzekerd. Zo wordt de geplande H2Med-gaspijpleiding tussen Barcelona en Marseille gerechtvaardigd door de noodzaak om waterstof te transporteren, maar die leiding zou net zo goed gebruikt kunnen worden voor het vervoer van fossiele brandstoffen.
Marcel Llavero Pasquina, onderzoeker bij ICTA-UAB, legt uit dat deze technologieën de klimaatverandering niet tegengaan, tenzij ze de inzet van olie, gas en kolen vervangen. “De werkelijke klimaatbijdrage van deze bedrijven moet worden afgemeten aan de hoeveelheid fossiele brandstoffen die ze niet benutten, niet aan de projecten die ze als groen presenteren.”

Technologieën die door fossiele-brandstofbedrijven worden bevorderd hebben niet aangetoond om koolstofdioxide op de noodzakelijke schaal af te vangen of te reduceren. Dergelijke technieken leggen nauwelijks gewicht in de schaal.
In plaats van de leefomstandigheden te verbeteren bevorderen die milieuonrechtvaardigheid door toenemende luchtvervuiling, landonteigening en de vernietiging van traditionele bestaansmiddelen, met name in landen van het mondiale Zuiden. Daarbij komt nog dat deze projecten royale overheidssubsidies ontvangen, waardoor de private winsten voor initiatieven waarvan de klimaateffectiviteit beperkt of twijfelachtig is toenemen, stellen de onderzoekers.

Het onderzoek onthult ook dat veel van deze schijnoplossingen de allianties tussen gevestigde fossiele-brandstofbedrijven en sterk vervuilende sectoren zoals de luchtvaart, de agrarische sector en de mijnbouw versterken, waardoor nieuwe vormen van economische afhankelijkheid ontstaan ​​die de sociaaleconomische macht van de fossiele sector verder consolideren.

‘Onmisbaar’

Deze strategieën stellen olie- en gasbedrijven in staat zichzelf te presenteren als onmisbare actoren in de energieovergang en de ontkoling van de samenleving, waardoor ze hun invloed op overheden, internationale instellingen, financiële markten en klimaatbeleidsfora behouden. Llavero-Pasquina: “Het idee dat oliebedrijven deel uitmaken van de oplossing is essentieel om hun legitimiteit te behouden en ingrijpende veranderingen tegen te houden die hun macht en hun ondernemingsmodel zouden ondermijnen.”

Medeonderzoeker Freddie Daley stelt dat het onderzoek aantoont dat die schijnoplossingen niet voortkomen uit technologische ongelukken of experimentele misstappen, maar uit opzettelijke strategieën van de olie- en gassector om het einde van het fossiele-brandstoftijdperk uit te stellen. “Ze wekken de schijn van vooruitgang, terwijl het onderliggende systeem intact blijft, ten koste van ons milieu en klimaat. Als overheden hun klimaatverplichtingen serieus nemen, moeten ze stoppen met uitstel als innovatie te beschouwen en stoppen met het belonen van bedrijven die oude winningspraktijken herverpakken als klimaatactie.”
Er is wereldwijd een groeiend verzet vanuit lokale gemeenschappen, inheemse volkeren en milieubewegingen, die deze initiatieven (ook) zien als schijnoplossingen die de structurele oorzaken van de klimaat- en milieucrisis niet aanpakken, zoals sociaaleconomische ongelijkheid, neokolonialisme en de expansie van industriële en op winst en consumptie gebaseerde economieën (lees: de rijkere landen; as).
De onderzoekers stellen dat deze schijnoplossingen echte oplossingen binnen het mondiale energiesysteem kunnen blokkeren en de macht en belangen van de gevestigde fossiele sector kunnen consolideren. Ze benadrukken de dringende noodzaak om de regelgeving en de rol van deze technologieën te herzien, om te voorkomen dat de energietransitie wordt gekaapt door de hoofdschuldigen aan de klimaatcrisis (in feite zijn ‘wij’, de consumenten dat, natuurlijk; as).

Bron: Alpha Galileo

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *