Duitse bossen lijden onder klimaatverandering

Meting ontbladering bomen

Het meten van de kroonverdunning in de zomer (afb: Thüneninstituut/Nadine Eickenscheidt)

In de jaren ’80 leden de bossen onder de zure regen. Later werd dat fenomeen weggelachen door klimaatsceptici als een storm in een glas water, gelijk aan dat van een door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Die klimaatverandering blijkt nu ook nadelige gevolgen te hebben op de bossen in Duitsland. Drie jaren (2018, 2019, 2020) met veel droogtes en hoge temperaturen hadden grote gevolgen voor de bomen in Duitse wouden, schrijven onderzoekers. Daar hielp een ‘normaal’ 2021 niet veel aan, voegen ze daar aan toe. 2022 weerde zich weer driftig met onder meer heftige stormen in februari waardoor veel aangetaste bomen omvielen. De volgens de onderzoekers slechte toestand van de Duitse bossen geldt voor alle belangrijkste boomsoorten: dennen, sparren, beuken en eiken. Een belangrijke graad voor de staat van de bossen is de kroonverdunning, de vermindering van de bladerdichtheid.  Zo’n 80% van de bomen zou daar in enige mate last van hebben.
In 2022 lag die verdunning op 35% net als in 2021. Vooral oudere bomen hadden zouden daar last van hebben. Bomen jonger dan zestig jaar hebben daar veel minder problemen mee maar ook daar is de trend stijgend. De gemiddelde kroonverdunning heeft na het droge jaar 2019 een sprong gemaakt naar 25,1% (van 22% in 2018). In 2022 was die 25,9%.
Loofbomen hadden tot 2020 duidelijk meer last van kroonverdunning dan naaldbomen. In dat jaar zijn beuken en eiken ingehaald door de sparren. In 2022 kwam hun gemiddelde kroonverdunning uit op 29,6%, de op een na hoogste waarde na het begin van de metingen in 1984.

De vruchtvorming van de bomen was hoog. Dat heeft er mee te maken dat bomen meer vrucht vormen als het ze slecht gaat om te zorgen voor nageslacht. Bij beuken kon worden aangetoond dat die hogere vruchtvorming te maken heeft met de grotere stikstofbelasting van de bossen.

Sterfte

Het sterftecijfer voor dennen bereikte met 4,4% een nieuwe recordhoogte (ter vergelijking: bij de beuk lag dat percentage op 0,2). Die reageren heel direct op droogtes. Daar heeft een snuitkever, de dennenscheerder, ook zijnhaar bijdrage aan geleverd. Dennen schijnen vooral in de lager gelegen bossen (onder de 700 m) bij bosjes om te vallen.

De toestand in de bossen is volgens de onderzoekers niet eenvoudig te herstellen zoals in de jaren ’80. Toen herstelde de toestand door toepassing van, onder meer, kalktoevoeging. Nu is het herstel afhankelijk van de effecten van klimaatmaatregelen en de vermindering van de stikstofuitstoot door verkeer, industrie en landbouw, stellen de onderzoekers.

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *