
Het Greenpeacerapport (afb: Ökoinstitut)
Het gebruik van kunstmatige intelligentie groeit momenteel snel. Dit gaat gepaard met een stijgende vraag naar energie, een toenemende uitstoot van broeikasgassen en een toenemend water- en grondstoffenverbruik. In opdracht van Greenpeace Duitsland heeft het Öko-Institut de milieu- en klimaateffecten van kunstmatige intelligentie onderzocht en voorspelt dat het energieverbruik van datacentra voor ki in 2030 verelfvoudigd zal zijn van 50 miljard kWu in 2023 naar 550 miljard kWu. Samen met andere datacentra zal het energieverbruik in 2030 verdubbelen tot 1400 miljard kWu. De onderzoekers geven ook aan hoe het beter (zuiniger) kan.Het toegenomen energieverbruik gaat gepaard met een toename van de uitstoot van broeikasgassen door datacentra van 212 miljoen ton in 2023 tot 355 miljoen ton in 2030, ondanks de veronderstelde uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen voor elektriciteitsproductie. Ook zal de vraag naar water voor koeling in die datacentra stijgen tot 664 miljard liter (het viervoudige van het waterverbruik in 2023).
Daarnaast ontstaat er zo’n vijfmiljoen ton aan extra elektronisch afval dat wordt gegenereerd door de uitbreiding van datacentra en ki-capaciteit. Voor al dat rekenongerief is zo’n 920 kiloton staal en ongeveer 100 kiloton kritieke grondstoffen nodig, berekenden de onderzoekers.
“Datacentra zullen de komende jaren nog steeds afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen zoals aardgas en steenkool met overeenkomstig hoge ecologische kosten”, zegt Jens Gröger van het Öko-Institut. De grote techbedrijven hebben plannen om ook in kerncentrales te investeren om die groeiende energievraag op te vangen. Die bedrijven zien dat als klimaatvriendelijke oplossing (wat natuurlijk grote onzin is; as). Er lijkt weinig schot te zitten in de pogingen ki minder energievretend te maken.
Klimaatschadelijk
Naast de zogenaamde ‘directe’ milieueffecten wijzen de onderzoekers in het rapport ook op het ecologische belang van de indirecte en systeemeffecten van ki. We zien nu al dat die techniek wordt ingezet om milieuonvriendelijke bedrijfspraktijken te versnellen. Zo wordt ki ingezet om nieuwe fossiele energiebronnen sneller en effectiever te ontwikkelen, monoculturen verder te intensiveren of het particuliere verbruik verder te laten toenemen.
Tegelijkertijd kunnen onbedoeld negatieve milieueffecten ontstaan door fouten in de databanken, onjuiste instructies of bediening van ki-systemen. Dergelijke indirecte effecten zijn ecologisch van belang, maar zijn tot nu toe nog maar zelden onderzocht.
Om de risico’s aan te pakken, bevelen de invoering van bindende eisen en verantwoordingsplichten voor datacentra en ki-bedrijven aan, waaronder het verzamelen en publiceren van meetgegevens, de invoering van een efficiëntielabel voor datacentra en gegevens over hun ecologische voetafdruk.
Ook vinden ze dat de wetgeving moet worden geactualiseerd om rekening te kunnen houden met de milieueffecten van kunstmatige intelligentie. Dan gaat het bijvoorbeeld om een effectbeoordeling (vooraf, neem ik=as aan) van ki en datacentra op milieu en klimaat.
Bron: idw-online.de