Volgens een uitspraak van het internationale zeerechttribunaal zijn landen verplicht hun broeikasgasuitstoot te verminderen om een ontwrichtende klimaatverandering te voorkomen. De uitspraak is een overwinning voor de verschillende eilandenstaten die worden bedreigd door de zeespiegelstijging, een van de vele nefaste gevolgen van de aardopwarming, en die naar het tribunaal zijn gestapt. Volgens het tribunaal heeft de broeikasgasuitstoot zeer kwalijke gevolgen voor de zeeën en oceanen en het leven daarin.Het zeerechtverdrag van de VN is in 1982 onderschreven door 169 landen, maar bevat geen directe verwijzing naar het klimaat en de aardopwarming. De eerste vraag voor het tribunaal was dan ook of dat gerechtigd was zich over deze zaak uit te spreken. De 21 rechters waren van mening dat de broeikasgassen wel degelijk konden worden gezien als vervuiling vanwege de ernstige gevolgen van broeikasgassen voor zeeën en oceanen en het leven daarin. Zo absorberen oceanen 30% van de door de mens veroorzaakte kooldioxideuitstoot, met verzuring als gevolg, en zelfs 90% van de warmte die die uitstoot veroorzaakt, hetgeen onder meer zorgt voor vermindering van het zuurstofgehalte in het water.
De rechters stelden dat het zeerechtverdrag landen verplichtingen oplegt om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de vervuiling van de zee als gevolg van de antropogene uitstoot van broeikasgassen te voorkomen. Dat betekent dat de landen hun koolstofemissies dienen te verminderen om het mariene milieu te beschermen en te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarbij vindt het tribunaal dat de rijke landen extra verplichtingen hebben vanwege hun veel grotere aandeel aan de klimaatverandering.
De uitspraak, hoewel niet bindend, zou in het algemeen gezien worden als gezaghebbend en als leidraad voor veel rechtszaken kunnen dienen die over het klimaat gevoerd worden over de hele wereld. Daarbij is die een belangrijke aanvulling op het Klimaatakkoord van Parijs, waarin landen zelf hun klimaatdoelen mogen (mochten?) stellen. Al vaker is aangetoond dat die landdoelen bij elkaar opgeteld verregaand onvoldoende zijn om de aardopwarming onder de 2°C, bij voorkeur onder de 1,5°C, te houden.
Bron: Le Monde