Steeds vaker melden klimatologen dat we de gestelde doelen van het Klimaatakkoord van Parijs (onder 2°C opwarming, liefst onder 1,5°C) wel kunnen vergeten. Al zo’n veertig jaar is duidelijk dat de mens in de rijke landen het klimaat aan gort helpt. Vanwaar die daadloosheid? Ook Damon Matthews en Seth Wynes van de Concordiauniversiteit in Canada wijzen daar op in een nieuwe studie op de geringe dadendrang van overheden, bedrijven en burgers. Ze vinden dat we eerlijk zullen moeten zijn over wat ons aardbewoners te wachten staat, maar wie gelooft daar nog in als we al veertig jaar doen of onze neus bloedt?
Matthews: Het is een oproep om eerlijk te zijn en in actie te komen. Er is geen kijk op dat we dicht in de buurt van de 1,5°C (opwarming; as) zullen komen.” In 2030 moeten de broeikasgasemissies 43% lager zijn dan in 2019. Voorlopig ziet het er naar uit, zeker met de gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne, dat de uitstoot voorlopig alleen nog maar zal groeien.
Toch ziet Matthews wel lichtpunten. De wereld stevent af op een opwarming met 2,5°C tot 3°C eind deze eeuw, niet de 4°C, 5°C die tien jaar geleden werd voorzien. “Er is vooruitgang, er zijn mogelijkheden maar we gebruiken die niet op een manier die noodzakelijk is.”
Autovrije dagen, snelheidsbeperkingen en het verminderen van zakelijk vliegverkeer zijn manieren om de broeikasgasuitstoot onmiddellijk terug te schroeven, stelt het tweetal. Dergelijke maatregelen zullen vergezeld moeten gaan van belangrijke veranderingen zoals het ‘ontkolen’ van energieopwekking en grootschalige invoering van elektrische auto’s (waarom hebben ook wetenschappers zo’n blinde vlek voor energie- en grodstoffenverpillende aspecten van de auto?; as) en warmtepompen naast gedragsveranderingen in onder meer onze voedselkeuze.
De wereld zou nog een ‘koolstofruimte’ hebben van 300 miljard ton CO2 om onder de 1,5°C opwarming te blijven, gelijk aan negen jaar van de huidige uitstoot. Matthews: “Als we het eerlijk menen met die 1,5°C dan zullen we beter onze best moeten doen.”
Bron: New Scientist