Er zijn al klimaat-wetenschappers die de 1,5°C-doelstelling voor de aardopwarming onhaalbaar achten, maar kennelijk horen onderzoekers van, onder meer, het klimaatinstituut uit Potsdam (PIK) niet toe. Die schetsen drie strategieën om de klimaatdoelen van het Parijse akkoord (aardopwarming onder de 2°C, liefst 1,5°C te houden) te halen, of eigenlijk breder de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. Alle drie zouden ze beter zijn dan niks doen. Het pad van de duurzame leefstijl lijkt het meeste resultaat op te leveren, maar is waarschijnlijk dat ook het lastigst door te voeren.
De onderzoekers bekeken hoe deze strategieën de consumptie en productie in verschillende sectoren konden transformeren, waarbij zowel voordelen als afwegingen werden vastgesteld voor het bereiken van een goed leven binnen de grenzen van de planeet.
“Duurzame ontwikkelingstrajecten zijn strategieën die gevaarlijke klimaatverandering voorkomen en er tegelijkertijd voor zorgen dat alle mensen goed kunnen leven op een intacte planeet”, stelt hoofdauteur Björn Sörgel van het PIK. Dit is de kern van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen.
“Uit onze analyse blijkt dat alle drie de duurzame ontwikkelingspaden veel effectiever zijn dan de huidige ‘zaken als normaal’. Ze boeken aanzienlijke vooruitgang op het gebied van de duurzame ontwikkelingsdoelen, zoals het terugdringen van de extreme armoede met tweederde in 2030 en tot bijna nul in 2050. Ze stoppen tegelijkertijd de opwarming van de aarde en voorkomen verdere aantasting van het milieu.”
“Het is ook belangrijk dat ze onbedoelde bijwerkingen van al te simplistische klimaatbeschermingsstrategieën vermijden. Daartoe behoort bijvoorbeeld een te grote nadruk op bio-energie of CO₂-opslag, aangezien die toepassingen voor conflicten bij de voedselproductie of publieke acceptatie kunnen zorgen.”
In het onderzoek keken de onderzoekers naar drie mogelijke ontwikkelingspaden om de zeventien duurzaamheidsdoelen te bereiken, die door overheden, bedrijven en andere organisaties worden gezien als de weg naar een duurzame en rechtvaardige toekomst. Het onderzoek zou het eerste zijn dat dergelijke verschillende duurzaamheidspaden systematisch met elkaar vergelijkt.
Daartoe analyseerden ze de resultaten van vier modellen: twee geïntegreerde modellen voor de mondiale energie-, economische, landgebruik- en klimaatsystemen en twee modellen die zich richten op de mondiale bouwsector en de daarvoor benodigde materialen.
“Alle scenario’s die we hebben onderzocht streven dezelfde doelen na, maar de vraag is hoe we deze kunnen bereiken, zegt medeonderzoekster Isabelle Weindl van het PIK. Ze benadrukt dat elk van de onderzochte trajecten specifieke sterke punten heeft, maar ook specifieke uitdagingen.
Duurzame levensstijl
“Het pad dat zich richt op een duurzame levensstijl omvat bijvoorbeeld een snelle verschuiving naar een flexdieet, grotendeels plantaardig, waarvan ook bekend is dat het aanzienlijke gezondheidsvoordelen heeft.” Dit pad zou ook een vermindering van het mondiale energieverbruik per hoofd van de bevolking omvatten met ongeveer 40% tegen 2050. Rijke landen zouden de grootste bijdrage leveren aan het terugdringen van de ongelijke verdeling van het energieverbruik in de wereld.
Dergelijke veranderingen kunnen echter wellicht lastig haalbaar zijn, merken de onderzoekers op. Tegelijkertijd zouden die echter ook grote voordelen met zich meebrengen. Sörgel: “Dit pad van een duurzame levensstijl is het minst afhankelijk van onzekere technologieën en leidt ook tot de beste resultaten op het gebied van biodiversiteit en klimaatbescherming.”
De andere paden brengen minder drastische veranderingen in het voedingspatroon en het energieverbruik met zich mee, maar zijn meer afhankelijk van innovatie in groene technologieën of een beter beheer van de transformatie door overheden, die elk hun eigen problemen met zich meebrengen. “Zelfs als de paden een verschillende focus hebben, kunnen ze allemaal naar het doel leiden”, zegt Elmar Kriegler, hoofd transformatiepaden bij PIK.
“Dat is belangrijk omdat de weg naar duurzame ontwikkeling vaak alleen vanuit het perspectief van een bepaald wereldbeeld wordt bedacht”, gaat Kriegler verder, “wat het moeilijk maakt om een gemeenschappelijke basis te vinden. Als we op onze huidige koers blijven, zullen geen van de duurzaamheidsdoelstellingen bereiken. In 2030 zouden 660 miljoen mensen wereldwijd nog steeds in extreme armoede kunnen leven en crises zoals het verlies aan biodiversiteit en de opwarming van de aarde zullen blijven verslechteren. Nu is het tijd om te handelen. We kunnen nog steeds kiezen welke van de duurzaamheidspaden we inslaan, maar deze negeren is niet langer een optie.”
De onderzoekers hebben een websysteem ontwikkeld, waarmee de verschillende scenario’s kunnen worden gevisualiseerd.
Bron: idw-online.de