Olivier Schneider, voorzitter van de Franse fietserbond, en Jean-Marc Jancovici van de denktank Shift Project vinden dat de fiets het massaver-voermiddel moet worden in Frankrijk. Hoofdargument is dat de auto, nu het voornaamste vervoermiddel, een geweldige verspilling van energie en materiaal is.
Onze dagelijkse mobiliteit behelst volgens het tweetal (pdf-verslag SHift Perject uit 2017) een kleine 20 km per dag. De grote meerderheid legt die afstand per auto af: een ton materiaal (veel auto’s zijn zwaarder) om gemiddeld 70 kg te vervoeren. Meer dan 90% van de energie om die auto te verplaatsen wordt besteed aan het verplaatsen van die auto, betogen ze, of die nu elektrisch of fossiel wordt aangedreven. Met een fiets wordt 85% gebruikt om de fietser te verplaatsen en niet de fiets. Een fiets is honderd keer lichter dan een auto. Ook het maken van een fiets vergt veel minder materiaal en energie. De conclusie lijkt eenvoudig.
De voordelen van de fiets, zelfs de elektrische, houden daar niet op, gaan ze verder. Ook de gezondheid van de beweger (fietser) is erbij gebaat evenals de atmosfeer, die niet verpest wordt door uitlaatgassen en fijnstof. Fietsen nemen veel minder ruimte in dan auto’s. Noch het klimaat, noch de inspanning zou een belemmering moeten zijn over te stappen op de fiets, vinden ze.
Het probleem is de ‘cohabitatie’ met auto’s in een omgeving die is ingericht op de auto, zeker in Frankrijk met een weinig fietsvriendelijke infrastructuur.
Marginaal
In Frankrijk blijkt de fiets van een vertrouwd vervoermiddel in een paar decennia te zijn gedegradeerd tot een marginaal verschijnsel. De auto is de norm geworden. Dat is, zegt het tweetal, vooral het gevolg van politieke keuzes en de, daardoor, grote investeringen in autoinfrastructuur, met alle kwalijke gevolgen van dien.
De fiets moet weer een centrale plaats krijgen in Frankrijk, vindt het tweetal. Om te beginnen zou er veel geïnvesteerd moeten worden in fietswegen en -routes. Het uur om de stap te maken is nu aangebroken, vinden ze. Frankrijk heeft er alleen maar bij te winnen. Of ik mezelf (=as) hoor praten.
Bron: Le Monde