“Projecten moeten worden beoordeeld op hun totaaleffect op de natuur”

Anders Finstad

Anders Finstad (afb: NTNU)

Ingeborg Graabak SINTEF

Ingeborg Graabak (afb: SINTEF)

Volgens Ingeborg Graabak van SINTEF en biodiversi-teitsdeskun-dige Anders Finstad van de NTNU in Noorwegen moeten ont-wikkelingsprojecten beoordeeld worden op totale effect op natuur en milieu. Volgens hen wordt er nauwelijks naar het grotere geheel gekeken als er weer iets wordt gebouwd of aangelegd.
Maakt het uit of een klein gebied zeldzaam moerasland verloren gaat als veel meer van hetzelfde gebied intact blijft? In Noorwegen is dat onmogelijk te zeggen, stellen ze, omdat niemand kan aantonen hoeveel van dergelijke draslanden elders tegelijkertijd worden vernietigd. Je mag die uitspraak rustig uitbreiden naar de wereld (durf ik=as te stellen).

In een reeks op de Noorse tv toonde de Noorse nationale omroep NRK aan hoe Noorwegen stukje bij beetje de natuurlijke omgeving vernietigt, zonder acht te slaan op wat er al verloren is gegaan en dat als om zoiets aanbevelenswaardigs te doen als het bouwen van hernieuwbare energiebronnen. We zouden, zegt het tweetal, moeten doen wat de door de overheid benoemde Commissie Klimaatverandering afgelopen najaar heeft voorgesteld om het Parlement geïntegreerde plannen te laten maken voor het beperken van de klimaatverandering en voor energieplannen.

Volgens deze commissie moeten er instrumenten worden geïdentificeerd om ervoor te zorgen dat we een langere termijn en een breder perspectief hanteren als het gaat om dergelijke planning. Noorwegen heeft analyses nodig die de volledige gevolgen blootleggen van verschillende zogenaamd groene energie-initiatieven, inclusief, niet in de laatste plaats, de gevolgen voor zeldzame natuurlijke habitats als geheel. Nu worden, zeggen ze, de effecten van geval tot geval beoordeeld.
In de toekomst zal Noorwegen een aantal moeilijke beslissingen moeten nemen op het gebied van hernieuwbare energie, maar dan moet wel bekend zijn wat de gevolgen van de diverse keuzemogelijkheden zijn. Er zijn rekenmodellen die soms deelantwoorden hebben, maar volgens de twee onderzoekers ontbreekt aan hulpmiddelen om het grotere plaatje te schetsen.
Het is volgens hen heel goed mogelijk om dergelijke modellen te ontwikkelen, maar die moeten transparant zijn en gebruik maken van openbaar beschikbare gegevens. Die transparantie ontbreekt bij de huidige beschikbare hulpmiddelen.

Leren van de geschiedenis

Het is van essentieel belang dat dergelijke instrumenten er komen, stellen de twee, als de door de Commissie Klimaatverandering voorgestelde plannen een gezonde basis moeten vormen voor de rangschikking van energieontwikkelingsprojecten. Ze wijzen op twee eerdere voorbeelden van dergelijke rangschikkingssystemen die Noorwegen in het verleden heeft geprobeerd.

In de jaren tachtig zagen Noorwegen het ‘Samlet-plan voor vassdrag’. Doel was om de basis te leggen voor een landelijk waterbeheersysteem met een systematische en verifieerbare rangschikking van voorgestelde waterprojecten. Het Noorse parlement rangschikte later de projectvoorstellen volgens het plan, met als resultaat dat alleen de goedkoopste en minst controversiële groen licht kregen.
In 2019 is een soortgelijke aanpak geprobeerd in verband met de ontwikkeling van windenergie op land. Het Noorse Directoraat voor Watervoorraden en Energie (NVE) heeft een nationaal raamwerk opgesteld waarin dertien gebieden werden aangewezen die geschikt zouden zijn voor plaatsing van windturbines. Er kwamen ruim vijfduizend reacties , waaronder veel negatieve van gemeenten en de aanpak liep op niets uit.
De reden dat het proces in wanorde eindigde kan zijn geweest dat het voorgestelde raamwerk te weinig rekening hield met de lokale verplichtingen. Het is duidelijk dat er lessen uit het verleden moeten worden getrokken bij het omarmen van het voorstel van de Commissie Klimaatverandering voor een algemeen nationaal plan, vinden de twee.

Energiebesparing grootste ‘centrale’

Die focus op de aparte gevallen zie je volgens hen ook bij de energievoorziening. Er is weinig naar energiesysteem in zijn geheel gekeken en nog minder mensen hebben de negatieve gevolgen onderzocht van de uitbreiding van het energiesysteem op de natuur.
Het koolstofvrij maken van de vervoers- en industriële sector zal een hele klus worden, stellen de twee. Nieuwe bedrijven zullen ook steeds hogere eisen stellen aan de stroomvoorziening. Tegelijkertijd zal energiebesparing de ‘grootste energiecentrale’ van Noorwegen moeten worden, vinden de twee.

Als dit gebeurt, zal de behoefte aan nieuwe energieontwikkelingsprojecten afnemen. Stadsverwarming kan daarbij helpen het stroomverbruik te verminderen en om restwarmte nog nuttig te gebruiken. Noorwegen, en bij uitbreiding de hele wereld, zou een ‘kompas’ zou moeten verwerven dat is te gebruiken om onze energiekoers uit te stippelen, besluiten ze hun stuk in Teknisk Ukeblad.. Ik(=as) denk ook dat niet ieder land zal moeten proberen het wiel uit te vinden.

Bron: Alpha Galileo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *